Dit lastige seizoen is ten einde. Hier hadden we nog een jonge duivenvlucht en een nalijn vlucht.

Op de nalijn greep ik net naast de 1e prijs in de afdeling met Nikki, zij werd dus 2e. Nikki komt uit een zoon van Bulls Eye x Nikki Verkerk en won hier haar vierde 1e prijs. Bas zijn 1e prijs in de afdeling van Fontenay komt trouwens ook uit een zoon van Bulls Eye x Nikki Verkerk.

Vervolgens kwamen de jonge duiven, geheel uit het oosten. Ik zag dus al snel dat er weer west in de wind zat. Normaal zijn we dan kansloos hier. Er spelen hokken in Brabant 2000 met nagenoeg dezelfde afstand, maar die liggen zover oostelijk dat je er met de auto niet binnen 40 minuten geraakt.

Tot mijn verbazing had ik er nog vier in de top 10 van de afdeling. Te beginnen met de 3e en ook dat is een halve Verkerk uit een zoon van Olympic Fire Eyes. Zowel zoon Bulls Eye x Nikki als zoon Olympic Fire Eyes werden door mijn Chinese vriend bij Bas aangekocht. Ik prijs me gelukkig dat ik daar een jaar van mocht kweken, alvorens ze verhuisden. Voor een normaal mens zijn die prijzen uit de absolute topduiven van Bas namelijk onbetaalbaar.

Dat Verkerk goede heeft, kan niemand na dit seizoen nog ontkennen. Het zijn normale duifjes, maar hun genen zijn super. Het was dan ook met zowel de jonge als de oude duiven een superjaar daar in Reeuwijk.

Zo’n topjaar begint vaak vanaf de eerste vlucht en daar haperde het juist bij mij. Lag het aan de one eye cold die ik 2x stevig kreeg? Misschien. Dat zoiets in de lucht hangt is zeker, want mijn zomerjongen die niet met andere duiven in contact komen en ver van de vliegduiven af verblijven, kregen het net zo hard te pakken.

Al bij al werd het voor mij een jaar om snel te vergeten, ondanks dat ik in de grootste vereniging van Brabant 2000 nog wel 18x de 1e prijs pakte en meerdere keren top 10 in de afdeling met 3x winst. Nu gaan de meeste de rui in en na de rui volgt de eindselectie.

Het laatste vluchtweekend staat voor de deur. Ongekend hoe snel zo’n seizoen voorbij vliegt. Het lijkt een mooi weekend te worden, al zijn mijn duiven zichtbaar vermoeid. Hier dus geen hoge verwachtingen, al weet je het natuurlijk nooit.

De kweekduiven zitten aan hun tiendaagse paratyfuskuur, gevolgd door de enting. De vliegduiven beginnen daar zondag mee.

Alle kwekers ouder dan 2020 zijn verhuisd naar een goede vriend in een warmer klimaat. Ze hebben daar de beschikking over grote rennen en een uitstekende verzorging. Ik hoop dat ze hem daar nog wat succesvolle nazaten kunnen opleveren.

Hier dus minder kweek- en vliegduiven volgend jaar. Het is voor mij een heel karwei om de duiven en tuin bij te houden, vandaar. Dit wil niet zeggen dat ik aan kwaliteit zal inboeten. De kweekploeg is verjongd en die laat al zien dat ze wat in hun mars hebben.

Zo stond ik 3e nationaal Asduif bij de jonge duiven. Helaas verloor ik deze duif afgelopen weekend, maar ook dat is duivensport. H. Ulijn & Zn staan momenteel 2e nationaal Asduif bij de jongen met een halve Embregts-Theunis uit de nestbroer van Mathieu (uit het Millennium koppel, dus).

We gaan het zien op de laatste vlucht van het seizoen. Succes allemaal.

Mij wordt wel eens gevraagd waarom ik vaak meer over mijn beste duiven schrijf. De simpele reden hiervoor is dat ik net als andere liefhebbers nogal wat duiven verspeel op een jaar. Vaak zijn dat niet de slechtste, die blijven namelijk huiswaarts keren.

Een goede duif kan ook een keer de verkeerde lijn pakken of de limiet bereiken. Al vaker had of hoorde ik van topduiven die niet ver van huis ergens waren binnengelopen. Op is op, zeg ik dan. Als de tank leeg is, kunnen ze de laatste 10 km vaak niet meer overbruggen.

Ik schreef dit eerder over de Winner van wijlen Marijn van Gastel, die dat jaar 1e Asduif WHZB werd. Deze Winner werd de laatste vlucht verspeeld en liep enkele dagen later een gemeentehuis binnen op amper 3 km van zijn thuisbasis.

Dat de vroegtijdige tussenstanden van Asduiven gepubliceerd worden, werkt hier niet aan mee. Loopt zo’n verdwaalde Asduif ergens binnen, dan is de kans groot dat de eigenaar er nooit meer wat van hoort.

Al mijn duiven zijn gestempeld. Zo kreeg ik gisteren bericht over een verloren duif van afgelopen zaterdag. Een particulier had ‘m gepakt op een bouwplaats in Ter Apel. Op zaterdag waaide er dus duidelijk een andere wind, anders vliegt zo’n duif geen 200 km door.

Een particulier nam dus de moeite om via de vleugelstempel contact op te nemen. We zien dit veel van onze collega-duivenmelkers niet doen en dat is natuurlijk best zorgelijk. Wees sportief, verzorg zo’n duif enkele dagen en laat hem los als hij terug in goede conditie is.

Op de website van de NPO staat een zoekmachine waar je het ringnummer en jaartal kan intoetsen. Je kan zo gelijk de eigenaar opsporen en die kan vervolgens beslissen of de duif opgehaald wordt of mag worden losgelaten. Zo moeilijk is het niet.

Veel van die duiven sneuvelen langs de kant van de weg, maar ik weet zeker dat ze niet allemaal dood zijn. Onaangekondigde hokcontroles die men vroeger deed op vreemde duiven zouden beter op hun plaats zijn dan die – in mijn ogen nutteloze – op voorhand aangekondigde dopingcontroles die ze nu doen.

De selectie dit jaar laat wat langer op zich wachten, al werden afgelopen weekend reeds 15 jonge duiven uitgeselecteerd. Het selecteren van de jongen wordt lastig dit jaar en zal meer op basis van vertrouwen dan prestaties moeten gebeuren.

Houd je alleen de prestatieduiven aan, dan hoop ik dat het volgend jaar geen al te zwaar seizoen wordt. Ze hebben als jong namelijk geen enkele zware vlucht gehad. Je zou dus zomaar heel wat goede duiven naar de poelier kunnen verwijzen.

De vlucht vanuit het oostelijk gelegen Gien was hier niet best en enkele van mijn beste jonge duiven bleven achter. Zijn die in meerdere luchtlagen terechtgekomen, gezien de rare snelheden? Wie zal het zeggen.

Dat ze een veel hogere snelheid aanhielden dan de dichterbij gelegen nalijn, was raar. Die nalijn had overduidelijk een oostenwind. Bij de jonge duiven was het een variabele wind, met zelfs heel wat zuidwest erin.

Ik werd deze keer met de oude duivinnen 2e Grootmeester, achter mijn buurman. Het gehele nalijn seizoen is het al 1e of 2e Grootmeester. Doordat ik maar met 14 duiven speel, is dat een stuk gemakkelijker. Je hoeft daarbij niet eens kop te spelen, als ze maar 1:10 prijs winnen.

Het valt op dat dit seizoen haast niemand er met kop en schouders bovenuit steekt, op de professionele teams van Verkerk en De Weerd na.

Referenties

Mijn overbuur won de 10e NPO met een 100% duif van mij en de gebr. van Belzen teisterden opnieuw de nalijn in Zeeland. Zij wonnen ditmaal in de afdeling 8-9-10-11-17-18-19-25-26-27 enz. tegen 3.073 duiven.

Ze hebben met hun 123 een ware crack op het hok. Deze duivin won de 3e tegen 5.777 duiven, de 4e tegen 6.614 duiven, de 11e tegen 3.073 duiven en de 14e tegen 6.067 duiven. Ze komt uit een inteelt zoon Super Rossi x een doffer van Buck de Kruijf.

Zo had ik in het najaar van 2021 de laatste kinderen van Super Rossi tegen elkaar gezet. Van deze broer x zus inteeltkoppelingen werden de mooiste behouden en drie ervan laten zich als ware kwekers gelden.

De topduivin die bij Jan Timmermans 2x top 10 NPO won, komt uit één van deze inteeltproducten. De eerste jaren werd daar verder weinig van gekweekt, maar per heden ga ik die meer in de kweek gebruiken.

Johan de Langhe uit Oostkamp (België) heeft ook een geweldige jonge duivin uit een doffer van mij (Warrior x Golden Millennium) x een kleindochter Luka Modrić van de Fam. Eijerkamp. Zij won dit jaar onder andere:

  • 1e tegen 233 d.
  • 3e tegen 445 d.
  • 5e tegen 3.125 d.
  • 7e tegen 10.379 d.
  • 7e tegen 543 d.
  • 9e tegen 371 d.
  • 9e tegen 5.212 d.
  • 33e tegen 3.851 d.

Het wisselvallige weer lijkt ons tot het einde van het seizoen in zijn greep te houden. Ik hoop dat de jonge duiven op zaterdag worden gelost, maar ik vrees dat het voor de zesde keer dit jaar een zondagsvlucht wordt.

De oude duiven haspelen de laatste twee nalijn vluchten af, vervolgens krijgen ze een tiendaagse paratyfuskuur plus een enting. Daarna krijgen ze om de dag Sedochol of Naturaline tot aan het einde van de ruiperiode.

Verder natuurlijk elke dag de basismengeling (80% Championsmix en 20% NPO-mix), Origanum Red, Champions Mineralenmix en tweemaal per week Prestavit (of Octavit tot de pot leeg is). Op deze manier komen ze hier al jaren perfect door de rui.

Ik heb nooit in vierseizoenen- of ruimengelingen geloofd. Vaak zijn die te arm en worden daarin te goedkope granen gebruikt, wat de aanleg voor een perfect verenkleed in de weg staat.

Een leek heeft het vaak niet door, maar elke topliefhebber merkt en voelt aan de pluim van een duif hoe het erbij staat en of ze goed verzorgd zijn of niet. Vandaar dat het beter is om minder duiven te houden en die kleinere groep juist perfect te verzorgen.

De jonge duiven mogen eerst uitruien voor de definitieve selectie plaatsvindt. De oude duiven zijn al zo goed als geselecteerd op de wedvluchten. De planning is 24 kweekkoppels en 20 vliegdoffers gepaard met 40 vliegduivinnen.

Volgend seizoen wordt hier alleen met duivinnen gespeeld. Ik wil geen slaaf zijn van de duiven en ook mijn rug laat grotere aantallen duiven niet meer toe. Zo verwacht ik zo’n 120 jongen te gaan kweken, in de hoop er met 80 te kunnen starten.

Gebr. van Belzen

De Gebr. van Belzen wonnen in hun debuutjaar met de jonge duiven 20x top 10 in Afdeling Zeeland (jonge duivenvluchten + natour). Soms stonden ze uit principe niet op de uitslag, maar de duiven waren er wel.

Ik ben daar enkele keren geweest en de duiven worden er perfect verzorgd. Het ontbreekt ze nergens aan. Men vindt daar geen schuwe duiven en het hok wordt van binnen en buiten perfect onderhouden.

Tevens kan het hok gestuurd worden naar de omstandigheden wat verluchting of verduistering betreft. Kortom, er werd overal goed over nagedacht, voordat ze definitief startten.