Geplaatst op 21:38h
in
Blog
Hier selecteer ik al jaren op de uitslag en de zomerjongen in de hand. Mocht je je duiven op uiterlijke kenmerken selecteren, dan heb je binnen de kortste keren een hok vol mooie duiven die achteraf niets waard blijken te zijn.
Ik was enkele jaren terug bij een wat oudere liefhebber met ruim 40 kweekkoppels. De beste man presteerde niet, maar verkocht schijnbaar veel doordat een andere kampioen in de jaren daarvoor enkele goede duiven van hem had.
Ik heb enkele duiven in handen gehad. Zacht van pluim, perfect van bouw… Hij zou er alle tentoonstellingen mee af kunnen, alleen voor de vluchten was het niets.
Maar zoals op de meeste plaatsen waar veel duiven verkocht worden, zit er af en toe wel eens een goede bij. Die wordt onthouden en de honderden slechte worden vergeten.
De duiven zijn aan het veranderen. Vroeger zag je een duidelijk verschil tussen doffer en duivin, nu niet meer. Ook zag je vroeger veel duiven met enorme neusdoppen, ook dit is zo goed als weg. Ook de grote Belgische duiven zie je bijna niet meer.
De echte sprinters of duiven die echt niet verder kunnen dan 300 km (of het moet wind vanachter zijn), dat zijn vaak duiven die wat malser aanvoelen wat het vlees betreft.
De duiven van nu – de echte allrounders – zijn harder van bouw en spieren. Je zou er een spijker mee in een plank kunnen slaan. Vaak zijn dit ook duiven die na 7 uur vliegen amper gewicht verliezen en na enkele uren weer op gewicht zijn.
Zelf denk ik dat de echte allround duiven die op alle afstanden uit de voeten kunnen, toch in Nederland zitten. Hier heb je overal een oplopend vliegprogramma met meerdere losplaatsen.
Op de meeste afdelingen kun je enkele keren onder de 200 km spelen en de rest er boven. In België is Noyon amper 200 km en zijn de meeste namen als Bourges, Argenton, La Souterraine grote midfond vluchten voor hier wat afstand betreft.
Het mooiste van België is dat ze meermaals per jaar Nationaal kunnen concoursen door hun breedteligging en dat kan hier dan weer niet. Nederland is hier simpelweg te diep voor.
Zoals ik al eens eerder aanhaalde, zouden ze Nederland beter in twee sectoren kunnen opdelen en alle afdelingen weg of benoemen tot samenspelen.
Alleen dan zou er duidelijkheid komen waar de betere duiven zitten. Ook zouden de duiven zich beter kunnen ontwikkelen met een massale lossing en zouden we niet zo gemakkelijk totale overrompelingen krijgen op de concoursen van sommige grote hokken.
Zelfs de wind zou dan minder bepalend zijn door de grotere lossingen. Volgens mij is dit het enige redmiddel voor de duivensport, maak het nu eerst aantrekkelijk voor de huidige leden en dan komen de nieuwe vanzelf.