Ik heb weinig verstand van duiven, maar toch lukt het me wel om speciale duiven er tussenuit te vissen. Zo had ik destijds mijn zinnen gezet op een jong uit de Rocket van M. van Gastel, dus werd er een afspraak gemaakt om de Rocket eens te bekijken.

Zelden had ik zo’n duif gezien. Hij had vlieg- en kweekwaarde, maar ik kon er alleen iets van kopen als ik de jongen van zijn drie kweekkoppels ook kocht. Zo gezegd, zo gedaan, dus ik de duiven opgehaald, betaald en bij thuiskomst de twee van de Rocket uit de mand gehaald en de rest aan Marc (mijn overbuurman) gegeven.

Die zoon uit de Rocket werd mijn Dragon Rocket en was gelijk mijn favoriet, dus werd hij gelijk op de kweek gezet. Hij had immers wel kweekwaarde in mijn ogen, maar geen vliegcapaciteiten. Als ik hem had gespeeld, was hij bijna zeker verwijderd geweest. De overigen werden door Marc na enkele jaren ook verwijderd, omdat hij ze niet goed genoeg vond.

Van Hove-Uytterhoeven

Begin deze eeuw kwam ik bij Van Hove-Uytterhoeven terecht om een duivin aan te schaffen. Ik mocht er tegen een vastgesteld tarief één uitzoeken tussen 60 zomerjongen. Na even rondgekeken te hebben, zei ik: pak die maar.

Geert – de zoon des huizes – zei: maar die heeft een knijpring om? Dus ik nog gekscherend: haal die er maar af, die hoef ik niet. Maar hij bedoelde jammer genoeg iets anders. Die duif had daar niet tussen mogen lopen, maar uitzoeken was uitzoeken hield ik stug vol. Uiteindelijk mocht ik hem kopen, maar dan wel 6x duurder dan de afgesproken prijs.

En ja, ook de Van Hove-Uytterhoeven duivin werd een hele goede op de kweek, alleen de doorkweek was minder. Om die reden dat er nu niets meer van te vinden is in mijn huidige stam.

John Rockx

In 2016 werd de afspraak gemaakt bij John Rockx voor een mand late zomerjongen uit zijn beste. Eenmaal daar, kreeg ik twee topduiven in mijn handen, de Vale 41 en een blauwe 100% van Gastel duif (lijn van de Rocket).

Mijn interesse in de zomerjongen was verminderd en mijn interesse in die Rocket – die dus ook de 9e NPO Bourges won – was aangewakkerd. Helaas bleek hij ondanks mijn bod niet te koop. In 2017 keerde het tij en kon ik hem kopen. Dit jaar werd hij dus vader van de 2e Nationale Asduif bij Jan.

Peter van Oerle

Ook bij goede vriend Peter van Oerle mag ik jaarlijks zes jongen uitzoeken van de tweede ronde. Het is nog maar zelden voorgekomen dat daar geen topduif tussen zat. Sommige duiven hebben net dat tikkeltje extra en daar heb ik gelukkig een neusje voor.

Gelukkig ben ik ook realistisch genoeg om te weten dat toppers schaars zijn. Als ik alleen de echte toppers mocht houden waar ik in geloof, dan kon ik inmiddels de helft van de hokken afbreken. Maar goed, ook dat is gelukkig niet alleen bij mij.

De kweekduiven zitten allemaal weer los op het hok, er zijn verder gelukkig geen vechtpartijen. Ik heb op de vloer 3 cm van onze lavakorrel liggen met daarop 15 cm erwtenstro. De stro verwijder ik halverwege maart weer, daarna zitten ze dus alleen op de lavakorrel die eronder ligt.

Het voordeel van erwtenstro is dat ze daarmee zelf hun nesten vullen en daardoor bakvast geraken, wat later weer ten goede komt, doordat ze zelden in de verkeerde bak vliegen. Alleen moet ik wel dagelijks controleren dat de nesten niet te hoog worden. Sommigen bouwen een hele toren, waar later de eitjes of kale jongen zo uit vallen.

Aan de regen is niet veel aan in het kweekseizoen, vooral niet als je een open kweekhok hebt zoals hier en bij Jan. De duiven zitten wel ver genoeg naar achteren, zodat het gedeelte waar de stro ligt, droog blijft. Op het eerste gedeelte liggen roosters, dus dat is niet zo erg.

Voordelen van een open hok

Een open hok heeft voor mij meer voor- dan nadelen. De duiven zitten altijd kerngezond en ook voor mezelf is het aangenamer wat stof betreft. Natuurlijk konden daar in het begin veel duiven niet tegen. Hier en bij Jan was het kommer en kwel: natte ogen en noem maar op. De meesten pasten zich daarna vanzelf aan, anderen werden verwijderd.

Bij alle vliegduiven – jong en oud – staat alles hier ook gewoon open, behalve bij regen. De plafondschuiven gaan nooit dicht, al vriest het 20 graden. Duiven kunnen veel hebben. Een hok wat in de winter bar en boos aanvoelt, is vaak een superhok in de zomer. Isolatie is hier nergens te vinden, niet tegen het dak en ook niet tussen de wanden.

Bodembedekking

Bij de jonge duiven ligt alleen lavakorrel en dus geen erwtenstro. Na een eventuele coli-uitbraak hanteer ik graag de brander en dan kan je maar beter geen stro, houtsnippers of maïskolven hebben liggen.

Houtsnippers en maïskolven kun je sowieso beter niet gebruiken op een vochtig hok in verband met schimmel en ziektevorming. Het voordeel van onze lavakorrel onder erwtenstro, is dat de lava al het vocht in het hok onttrekt, waardoor de stro niet zal schimmelen.

Gisteren 24 kweekkoppels en 12 voedsterkoppels gekoppeld. Het zag er vlekkeloos uit. Natuurlijk scheelt het dat ze al een paar dagen voorgekoppeld waren, zodat de scherpe randjes er een beetje af zijn.

Ik koppel altijd tegen het schemeren. Koppel je overdag, dan is het leed vaak niet te overzien. Sommige doffers kunnen vrij dominant zijn, vooral de zonen van Super Rossi zijn slopers als ze hun zin niet krijgen. Maar gelukkig geen problemen dus. Vanaf vandaag gaat om beurten een koppel los om aan elkaar en hun bak te wennen. Ik houd ze in de koppelperiode wel karig qua voeding.

Hoe bereid ik me voor op het kweekseizoen?

De voorbereiding op het kweekseizoen moet goed zijn. Hier ga ik als volgt te werk:

Na het vliegseizoen krijgen ze een tiendaagse paratyfus kuur gevolgd door een paratyfus enting. Een week later de paramyxo enting en een geelcapsule. De week daarop volgt de enting tegen pokken met het kwastje. Tegelijkertijd krijgen ze dan een U-200 luisdruppel.

En voor de criticaster onder ons: ik heb nooit nadelen ondervonden door dit in de rui te doen. Ook de vliegduiven worden gekuurd en geënt, terwijl ze volop aan het ruien zijn.

Verder wissel ik dagelijks Naturaline en Sedochol af en krijgen ze 80% Championsmix gemengd met 20% NPO-mix als voeding. Dankzij de vele vetten in onze mengelingen, komen ze perfect door de rui heen en ontwikkelen ze een zijdezacht verenkleed.

Bijlichten

De kweekduiven zijn 14 dagen van tevoren drie dagen voorgekoppeld en zijn bijgelicht vanaf 10 dagen voor het koppelen van 6.30u tot 18.30u. Het licht blijft de hele dag aan en dat blijft zo tot het niet meer nodig is, dat wil zeggen tot wanneer het buiten ook zo lang licht is.

Ook ik heb wel eens van 6.30 tot 22.00 bijgelicht, maar de jongen waren amper gespeend toen ze hun eerste pennen al begonnen te gooien. Dat doe ik dus nooit meer. De laatste jaren kies ik voor twaalf uur licht per dag in de winter en dat gaat perfect. Het licht blijft aan, omdat dagen met slecht weer best donker kunnen zijn. Verder is het een kwestie van afwachten.

Eigen duiven

Hier wordt dit jaar alleen uit bewezen topduiven – waar ik of Jan zelf mee gevlogen hebben – gekweekt. De meeste aankopen zijn inmiddels – op een enkeling na – verdwenen. Zij die redelijke jongen gaven, worden dit jaar in Friesland nog eens getest op het kweekhok.

Ik kweek al jaren drie tot vier rondes en in iedere ronde kunnen evenveel bruikbare als onbruikbare duiven zitten. Al moet ik wel zeggen dat van de laatst gespeende jongen, ongeveer halverwege april, de meeste verloren gaan.

Het wordt langzaamaan winter en daar heb ik weinig mee, geef mij maar het vliegseizoen.

Volgende week worden overal weer koppels samen gezet, in de hoop kampioenen te kweken. Bij veel liefhebbers volgen dan snel de eerste teleurstellingen van het nieuwe seizoen; de duiven willen niet koppelen, komen slecht met eitjes, onbevruchte eieren, sterfte van kleine jongen… Bijna allemaal en altijd te wijten aan een gebrekkige voorbereiding en/of slecht medisch advies vooraf.

Vervolgens gaan we ze uitwennen en pakt de kromsnavel er één. Daarmee laat hij de rest dusdanig schrikken, dat er ‘s avonds meerdere lege plekken in het hok te betreuren zijn. Teleurstelling nummer twee dus. Laten we het dan nog niet hebben over de wekelijkse uitslagen, ook daar kan je dikwijls ziek van zijn.

Veel van deze teleurstellingen houd je zelf in de hand door twaalf maanden per jaar alles goed in de gaten te houden, de roofvogels daargelaten. Een goede (medische) verzorging na het vliegseizoen voorkomt een hoop ellende. Juist dan laten de meeste de boel de boel met bovenstaande als gevolg.

Het nieuwe nationale vliegprogramma

Ik heb een glimp opgevangen van het nieuwe nationale programma, zoals het er waarschijnlijk door gaat komen met gelijke kansen voor iedereen. Voor Brabant 2000 verandert er echter weinig. Zoals altijd, is eerlijkheid nog ver te zoeken.

Schijnbaar mogen de taartvluchten ook meetellen voor de Olympiade, wat betekent dat de noordelijke afdelingen in het voordeel zijn. Zij hebben immers keuze uit vijf à zes extra vluchten waar ze punten kunnen pakken uit concoursen zonder tegenstand. Of moeten we niet verduisterde zomerjongen als tegenstand zien, als je er met een flinke ploeg verduisterde jongen op kan spelen die eerst het reguliere programma hebben afgewerkt…

Ook dit jaar zijn er Olympiade, WHZB of nationale Asduiven 1e geworden doordat ze in een zwak Rayon speelden. Dit terwijl duiven in dezelfde afdeling veel beter waren, maar hun punten uit een ander Rayon moesten pakken.

Zoiets is hartstikke oubollig. We hebben het over een nationaal vliegprogramma met gelijke kansen voor iedereen, dat wil zeggen: evenveel vluchten waar men de punten uit kan pakken, concoursen van dezelfde afstanden op dezelfde dag vervlogen onder gelijke omstandigheden en de punten alleen pakken uit de afdelingen met enkele aftrekvluchten per onderdeel.

Soms vraag ik mezelf af of ik de enige ben die nuchter kan nadenken. Als ik vrienden in de afdeling zou hebben, dan zou ik er ook op aan kunnen dringen om attractievluchten te maken met een of ander bestand, zodat ik ze ook mee kan laten tellen voor de Olympiade bijvoorbeeld.

Nee, de NPO en secties slaan de plank volledig mis hier. Eerlijkheid in de duivensport blijft nog altijd ver te zoeken! Daarbij hebben ze dit jaar al ontelbare keren vergaderd over het vliegprogramma, dan zou je denken: leg het voor een jaar of drie vast. Ook dat schijnt niet te kunnen, dus mogen ze volgend jaar het circus opnieuw uitvoeren. Nou, mijn respect hebben ze…

In mei dit jaar raakte ik een veelbelovende jaarling kwijt van een vlucht. Hij had als jong goed gepresteerd en ook de eerste vluchten dit jaar kwam hij super. Tot die ene zaterdag in mei dus, toen hij van een redelijk gemakkelijke vlucht achter bleef.

Enkele weken later liep er een duif op het hok met een fikse verwonding die enigszins aan het genezen was. De duif had een verweerd briefje aan zijn poot met de tekst dat een jongen en meisje van rond de 12 à 14 jaar hem opgeraapt en aan zijn verwondingen behandeld hadden. Die duif die ik kwijt was dus.

Ik heb hen een kaart en vergoeding gestuurd en nu weer een paar maanden later ontving ik deze brief en foto’s van zijn verblijf tijdens zijn genezing. Velen onder ons zouden zo’n duif uit zijn lijden verlost hebben. Het is maar goed dat er nog mensen en kinderen rondlopen met het hart op de juiste plaats.

De duif heeft verder niets aan zijn verwondingen overgehouden, is netjes door de rui gekomen en zal volgend jaar gewoon weer gespeeld worden. Ik hoop dat ik hier volgend jaar op terug kan komen en dat hij uitgroeit tot een topper.