Geplaatst op 19:28h
in
Blog
Gisteren besloot ik een eindje te fietsen en kwam ik in mijn geboortedorp langs het huis van mijn oude leermeester, wijlen Willem van Peer. Willem is enkele jaren terug overleden en zijn woning heeft inmiddels plaatsgemaakt voor nieuwbouw dat gerealiseerd wordt door – hoe kan het ook anders – Van Wanrooij Bouw & Ontwikkeling. Wat opviel, is dat de oude duivenhokken nog op hun plaats stonden, in afwachting van de slopershamer.
De tijd vliegt en is amper bij te benen door het gehaaste leven dat we allemaal leiden. Zo weet ik nog goed dat ik in 2006 bijna alle duiven van de hand deed en op aanraden van mijn echtgenote zes koppels bevlogen jonge duiven aanhield. Die twaalf jonge duiven hadden in 2006 het jonge duivenspel gedomineerd door provinciaal massa’s Asduif kampioenschappen weg te kapen, alsmede diverse teletekstplaatsen.
Ik was er in 2006 even helemaal klaar mee. Ik had het meeste al eens gewonnen en kreeg steeds meer rugklachten. Daarnaast ging het werk in combinatie met een jong gezin zijn tol eisen. Daar kwam nog bij dat de hokken bij mijn schoonvader stonden en ik daar op een dag nogal eens heen moest.
In 2007 ben ik toch maar weer van start gegaan, totdat die rampzalige Pithiviers vlucht mijn twaalf jaarlingen decimeerde. Dat was eigenlijk het sein om definitief te stoppen. Gelukkig wisten Rocketeer (1e Provinciale Asduif) en Supergirl (2e Provinciale Asduif) enkele weken later nog terug te keren.
Afgesproken werd dat ik de helft van de hokken bij mijn schoonvader zou afbreken en een nieuw hok bij mezelf zou plaatsen. Het jaar 2008 werd een beter jaar met Cannonball (Rocketeer x Supergirl) en Bingo als teletekstvliegers, beide kruisingen Dragon Rocket x oude Witbuik.
Die oude Witbuik
Die oude Witbuik kwam overigens uit twee rechtstreekse duiven van Cees Gijzen. Cees had in die tijd duiven van Wouters-Coremans en gebroeders Hasendonckx. Ik spreek dan over de jaren ‘80 waarbij volgens mij die oude Hasendonckx duiven ook de grondleggers werden van onder andere Leo Heremans.
De oude Witbuik was een topvlieger- en kweker, maar is in 2006 niet weggedaan omdat hij niet goed meer bevruchtte. Toch wist ik er in 2008 nog de jonge Witbuik uit te kweken; de huidige grondlegger van de nieuwe Witbuiklijn. De jonge Witbuik is vitaal, ook dit jaar zijn de eerste eitjes weer bevrucht.
De jaren 2008 en 2009 verliepen weer als vanouds met diverse teletekstnoteringen. Het jaar 2010 was super met de 1e Cannonball Boy (Cannonball x Beauty Queen), die zijn verdere leven op de hokken van Great Wall in China ging slijten, en de 4e Nationaal Orléans met Blue Rocket (Rocketeer x Fientje). Blue Rocket is nadien erg bepalend geworden in de kweek, maar bevrucht vanwege artrose al enkele jaren niet meer. Hij is onder andere grootvader van Olympic Millennium.
In 2011 beschikte ik over een toplichting met Super Rossi en Space Girl, twee topvliegers- en kwekers. Er werd zelfs 1 t/m 10 gespeeld tegen dik 8.000 duiven.
Ups & downs
Toen kwam 2012, een spectaculair jaar met de jonge duiven waarbij het gehele seizoen en de twee Orléans vluchten volledig werden opgerold. Het kweek- en vlieghok waren op oorlogssterkte, tot in de winter van 2012-2013 het noodlot toesloeg: paratyfus.
Door miscommunicatie met mijn dierenarts, die het op dat moment beter dacht te weten, werd mijn gehele kweek- en vliegploeg in tweeën gehakt met Goldnugget en Rocketeer als belangrijkste slachtoffers.
De gehele lichting 2013 was hiermee besmet en heb ik bijna volledig opgeruimd. In 2014 kon ik dus weer opnieuw beginnen met opbouwen, waarna 2015 gelukkig weer een superjaar werd, gevolgd door 2016, 2017 en 2018.
Inmiddels is alles weer op oorlogssterkte en vandaar dus mijn waakzaamheid en weinig vertrouwen in duivendokters of keurders, maar meer in eigen vermoeden of ervaring.
Conclusie
De conclusie van dit verhaal: met duiven ben je er nooit. Er kan altijd iets gebeuren. Een kweekhok opbouwen wat tegen een stootje kan, is het belangrijkst. Topduiven doe je het beste op tijd naar de kweek, omdat ze bepalend zijn voor de jaren die volgen. Kies je voor het grote geld, dan kan het snel afgelopen zijn en kom je met een dikke portemonnee wat prestaties betreft tussen de krabbers terecht.
Daarbij is een bikkelharde selectie op prestatie en gezondheid essentieel en moet je alles zo simpel mogelijk zien te houden. Mooie vluchten maken door middel van medicatie of dagelijks kilometers met duiven rijden, is op lange termijn gedoemd te mislukken. Zoek het in de simpele dingen: een goede verzorging, selectie op gezondheid en kwaliteit.
Wel moet ik vermelden dat ik het geluk had om tegen de oude Witbuik en Dragon Rocket aan te lopen. De oude Witbuik kreeg ik gratis en voor Dragon Rocket betaalde ik 75 gulden. Ze lopen door hun ijzersterke verervingskracht nog als een rode draad door de huidige generatie duiven die in kruising met elkaar alle vluchten en omstandigheden aankunnen. Maar goed, zonder dat ene beetje geluk op zijn tijd vaart niemand wel.