Wanneer de Belgen lossen houden wij ze vast en andersom.

Over heel Nederland vielen rake klappen dit weekend. Sommige hebben alle duiven thuis, andere zijn hun halve hok kwijtgeraakt. Zelf mis ik nog zes duiven waarvan vijf top 10 NPO-winnaars.

Ik vernam dat het IWB voor heel Nederland een negatief advies heeft afgegeven, waar alleen Oost-Brabant zich aan heeft gehouden.

Wat een makkelijk vluchtje moest worden werd zo voor veel duiven een strijd, met een concoursduur van bijna 2 uur. Van zulke vluchten raken niet alleen de duiven gedemotiveerd, als liefhebber ga je je ook achter de oren krabben.

Mocht men Limoges (700 km) nu niet inkorten, met vooruitzichten van alweer 30+ graden en een noordoostenwind, dan snap ik er niets meer van. Maar goed, we wachten het af. De jongen gaan hier in ieder geval niet mee.

Al met al heeft elke vlucht een winnaar en hokken waar het concours perfect voor gelopen is, ook dat is duivensport.

De Belgen lachen erom, maar wij zitten ermee. Zij spelen gewoon Bourges dit weekend; hun duiven kunnen wél tegen de warmte. ‘Hitteprotocol’ is het nieuwe woord in de duivensport, wat de liefhebber weer op extra kosten jaagt. Duiven die met minder in de mand en goed geventileerd worden vervoerd, kunnen mijns inziens prima tegen warmte.

Zelf laat ik de doffers elke ochtend om 06.15u uit en die vliegen gewoon hoog in de lucht. Waarom dan niet vanaf 06.00u starten met lossen bij warm weer, dan zijn de duiven voor de hitte weer thuis. Vroeger ging dat niet anders.

De logica ontgaat me soms. Nu maakt men van de midfond een NPO/Grand Prix vitesse vlucht, maar was het niet verstandiger geweest om de vitesse vlucht van volgende week te ruilen met de midfond Grand Prix vlucht van deze week? Op deze manier raken ook de Grand Prix vluchten hun glans kwijt.

St. Vincent wordt trouwens – zoals gewoonlijk – niet ingekort, want warmte is bij 1.000 km schijnbaar geen probleem. Bij 450 km wel. Ik krijg dan een flashback naar enkele jaren terug, toen ging nationaal Châteauroux niet door wegens ‘hitteprotocol’. Ook toen kwamen de Belgen niet bij van het lachen. Bordeaux daarentegen ging wel door, met een goed verlopen concours. Spelen daar soms andere belangen?

Het zal me verder worst wezen, maar je ziet de duivensport kantelen. Eerst was er ‘inversie’, nu ‘hitteprotocol’. De deelnames in Brabant 2000 – met amper 1.500 duiven op La Souterraine, amper 1.500 op Bordeaux en amper 1.000 op St. Vincent – worden er met die naheffingen niet beter op.

Jonge duiven

De jonge duiven zijn zo goed als hersteld en gaan volgende week weer de baan op. Ik leer ze nog 2 weken goed op en dan gaan ze mee op de eerste klokvlucht van 95 km.

Ook dat is iets wat ik niet begrijp; de helft van de leden van Brabant 2000, waaronder ik, spelen geen 100 km de eerste twee vluchten. Beide vluchten tellen daarom nergens voor mee. Bij anderen wel, heb ik me laten vertellen. Zie dan maar eens bij de nationale kampioenen te komen!

De conclusie is dat het nationale vliegprogramma ons niets goeds brengt. “Gelijke kansen op dezelfde vluchtdagen onder dezelfde omstandigheden”, werd ons wijsgemaakt. Nou, dat hebben we de afgelopen weken ondervonden.

De een lost op zaterdag, de ander op zondag, en weer een ander op maandag. Om over de afstanden en de kampioenschapspunten nog maar te zwijgen. Zolang men die niet uit de afdelingen haalt, hoef je geen enkel kampioenschap serieus te nemen. En Grootmeesters, dat is al helemaal een lachertje.

Afgelopen weekend had ik alleen duiven mee op de vitesse. Ze waren moe en daarom wilde ik ze een makkelijkere vlucht voorschotelen. Met die harde westenwind zijn wij hier vaak niet bij de betere, op zowel de vitesse als de dagfond.

Ik mis nog een duivin en één duivin was lichtjes tegen de draad gevlogen. Eén doffer kwam zwaargewond terug en dat is helaas einde verhaal. We zien dat vaak met zo’n hevige wind.

De jongen krijgen een weekje rust, want daar heerst adeno. Ze zijn al goed opgeleerd, dus daar maak ik me verder geen zorgen om. Dit is één van de redenen waarom ik daar graag vroeg mee begin. Tegen dat de wedvluchten beginnen hebben ze alle kinderziektes al achter de rug.

Referenties

Roel Strijker uit Hardinxveld-Giessendam won tegen 10.975 duiven de 1e en 7e prijs in afdeling 5 Zuid-Holland van Arras- Grévillers. Hij deed dit met twee duiven uit rechtstreekse Embregts-Theunis duiven.

Na het vliegseizoen gaan de jongen waarmee ik gevlogen heb, maar die ik zelf niet kan plaatsen, naar anderen. Roel kweekte daar nu zijn 1e en 7e uit. Hij is niet de enige die daar al NPO-winnaars uit heeft gekweekt. Ze hebben tenslotte dezelfde genen als de duiven die ik wel op mijn vlieghok heb geplaatst.

Pieter Timmer uit Hardinxveld-Giessendam won op zijn beurt de 1e NPO in afdeling 5 Zuid-Holland van Châteauroux. Ook hij gebruikt sinds enkele jaren onze mengelingen en bijproducten en liet weten daar erg tevreden over te zijn.

Ik heb toch maar besloten om geen duiven op de dagfond te zetten. Heel veel afdelingen spelen in op het slechte weer en korven later in, aangezien er meer kansen zijn op de maandag. Zelf denk ik dat het zondag al wel kan.

Zoals gezegd ogen de duiven vermoeid, vandaar dat mijn buurman en ik hebben besloten om alleen de vitesse te spelen en ze niet weer meerdere nachten in de mand te laten zitten.

Persoonlijk vind ik deze dagfond en die over 2 weken – beide tegen de 700 km – wat te zwaar voor de duiven. Vooral voor de jaarlingen in het tot nu toe zo zware seizoen. Mijn kansen waag ik daarom op de laatste twee vluchten van 550 km.

Zoals bekend speel ik niet voor kampioenschappen, enkel voor kopprijzen. Mijn verbazing is nog altijd groot dat er liefhebbers bij de nationale hokkampioenschappen staan die in hun eigen afdeling niet eens in de eerste 50 voorkomen. In wat voor zwak spel spelen die dan?

Wij moeten de punten uit Rayon 2 halen, maar de eerste 10 daar staan ook bijna altijd bij de eerste 20 van de afdeling. Dan speel je tegen sterke concurrentie. De meeste kampioenschappen op nationaal niveau hebben dan ook geen enkele waarde meer. Om over de Grootmeesters nog maar te zwijgen.

Hier zijn het overwegend jaarlingen en daar ben ik toch wat zuiniger op, zodat ik volgend jaar wat meer tweejarige heb voor de dagfond. Daarbij komen er in Brabant haast geen duiven meer op de dagfond, amper 1.500. Ook op de eerste overnachtvlucht slechts 1.500 duiven.

De jongen zijn gisteren op 30 km gelost, verder rijd ik er niet mee. Daar gaan ze nog wel meerdere keren heen. Ik ben nu ook begonnen met trainen met de vlag aan huis, ze moeten dat een uur volhouden. Ook dat moeten ze leren, vandaar dat ik niet elke dag rij.

Het zijn dus drukke tijden hier en dan willen er vaak nog mensen langskomen. Sorry, maar in het vliegseizoen heb ik daar echt geen tijd voor.

Mijn felicitaties ook nog aan combinatie Nielen-van Rossum uit Loenen aan de Vecht. Zij wonnen de Grand Prix vlucht vanuit Melun. Op 3 mei wonnen ze ook al een 1e prijs in Afdeling 7. Hun duiven doen dat op zowel onze mengeling als bijproducten.

Zwaar seizoen

Heel wat mensen laten me weten dat hun duiven vermoeid raken. Zelf zie ik dat ook aan mijn duiven. Ze hebben een zwaar voorjaar achter de rug, met telkens oost tot noordoost in de wind.

De eerste dagfondvlucht zaten ze 4 nachten in de mand en de vlucht erop moesten ze door onweersbuien heen. Tja, dan raken ze vermoeid. Thuishouden is dan eigenlijk de beste optie.

Zoals het er nu uitziet wordt het weer maandag voor onze afdeling, dus weer 4 nachten mand voor pas de tweede dagfondvlucht. Ik geef mijn betere duiven daarom mee op Pont-Sainte-Maxence (285 km). Slechts een klein groepje gaat naar de dagfond (635 km).

Wij vliegen nu 671 en 700 km voor de verste afstand in onze afdeling, omdat we samen met Zeeland worden gelost. Dat is bijna 85 km overvlucht. Ik vind dat te gek met zo’n zwaar seizoen. Zou het kopwind zijn, dan is dat elke keer 10 uur vliegen. Voor de kleinere liefhebber is dat niet te doen (en dat is nu eenmaal 97% van het ledenbestand in Brabant).

Jonge duiven

De jonge duiven hebben het ook niet altijd makkelijk. Bij het opleren staat vaak een harde wind en dan vliegen de onervaren jongen ver door. Vervolgens hebben ze het moeilijk om terug te keren. Links en rechts zijn er dus al de nodige verliezen.

Natuurlijk kweken we er allemaal teveel en zijn we de laatste jaren steeds minder selectief gaan kweken. Toen er nog gepoold werd op duiven kweekten we er minder, selecteerden we harder en waren er als gevolg minder verliezen. Ik zie dat nu ook bij de oude duiven. Mijn beste jongen van vorig jaar doen het weer goed en de kladvliegers zijn weer kladvliegers.

Ik speel al heel lang goed met jonge duiven, dat is tenslotte mijn favoriete spel. Wie zich daar niet meteen laat zien is eigenlijk het doorhouden niet waard. Dat wil echter niet zeggen dat ze ook niet geschikt zijn voor de kweek. Vaak beter zelfs dan hun goed presterende broers of zussen. Maar goed, alles aanhouden en testen op de kweek kan ik ook weer niet.