Bij de voorlopige eindstanden zijn we 3e Beste Liefhebber WHZB. Vorig jaar 5e, het jaar ervoor 10e en het jaar daarvoor 11e, dus er zit een stijgende lijn in. Dat ik in een sterke vereniging zit, blijkt wel uit de mooie 11e plaats voor Comb. Heeren. Nu zit ik wel met één probleem: de ontketende Eijerkampjes zijn niet zomaar van de troon te stoten.

Oliver Sabol is inmiddels een goede vriend geworden en we hebben in het vliegseizoen na de vluchten wekelijks contact. Ik durf best te zeggen dat hij een kunstenaar is met duiven en de kwaliteit waarmee hij zijn kunsten mag vertonen, is natuurlijk ook aanwezig. Daar zorgen Evert-Jan en zijn vader wel voor.

Goede vriend Peter Colijn van Colijn-Fox is ook op de weg terug met een 16e Asduif Jong WHZB en een 1e provinciaal Asduif. Ik had overigens de 2e provinciaal Asduif. Ik heb Peter deze week de nestligger van mijn 2e provinciaal Asduif meegegeven, een machtig mooie duivin.

Bij de verschillende Asduiven WHZB zijn we 22e vitesse/midfond met Blue Bingo en die komt uit een doffer van Dirk van Dyck x Space Girl (halfzus Super Rossi). Op de dagfond werden we 11e Asduif met Witbuiks Blue, die won dit jaar de 1e NPO La Souterraine en komt uit superkweker Young Witbuik (opa van Super Rossi en Space Girl). De moeder is een dochter uit het Millennium koppel.

Verder hadden we de 25e Asduif dagfond met Millennium Girl, zij won al 2x top 10 NPO en komt uit Blauwe Zot (de oude Rocket-lijn) x Millennium (de duivin van het Millennium koppel). De 17e Asduif totaal is Miss Golden Eye, een volle zus van Super Ace (5e Asduif WHZB) en Millennium Ace (11e Asduif WHZB bij Jan vorig jaar). Beide komen uit een zoon van het Millennium koppel x Golden Ace (dochter Super Rossi) en die won 3x de 1e in het Rayon. Zowel Bingo, Witbuiks Blue als Millennium Girl gaan naar de kweek.

De nazaten van het Millennium koppel en Super Rossi maken hier dus duidelijk het verschil. De Witbuik van ‘97 en Dragon Rocket van ‘99 zijn de grondleggers van de prestaties van de afgelopen 20 jaar. Beide vitale duiven met een geweldige doorkweek die op alle afstanden en weersomstandigheden uit de voeten kunnen.

Beschuldigingen

Deze week kwam hier nog iemand verhaal halen namens enkele leden van Rayon 1. Ik moest wel iets aan mijn duiven hebben gegeven om ze zo te laten presteren, meende hij. Ik heb mezelf daaraan geërgerd omdat ik die persoon al lang ken en hij beter zou moeten weten.

Hier gaan de beste duiven al sinds begin jaren ‘90 – vaak als jong of jaarling – naar de kweek, zij zijn nooit verkocht. Veel andere liefhebbers spelen zulke duiven door tot ze verspeeld worden of kiezen voor het grote geld. Ik heb daar nooit aan toegegeven. Ik heb in mijn leven genoeg leed gekend en laat mijn hobby en plezier daarom niet verpesten door geld.

Daarom frustreer ik me wel eens aan mensen die je onterecht en zonder enige onderbouwing beschuldigen. De meeste daarvan kennen me überhaupt niet eens en weten niet (of willen dat niet weten) wat ik er allemaal voor doe en laat.

Eigenlijk zou iedere duivenmelker één keer per week alle duiven in de hand moeten nemen. Mijn duiven krijgen voldoende voer en moeten ondanks de rui mooi rond staan. Duiven die tijdens het ruien vermageren, kan je beter gelijk verwijderen. Zij hebben bijna altijd iets onder de leden en het is een grote fout om die – ongeacht afstamming – met medicatie overeind te houden.

Je kan ook zelden iets met duiven die openstaan bij hun stuitbeentjes. Althans, niet op verre/zware vluchten. Verder zie ik graag duiven met een pientere uitstraling en een scherpe blik. Malse duiven die aanvoelen als een piepkuiken of grote duiven met een kleine vleugel, zijn ook niet aan mij besteed. Een echte topper voelt zo hard als een steen aan van de spiermassa.

Ik selecteer voor 95% op resultaat en 5% op vertrouwen. Toch zie je hier weinig abnormaal grote duiven met grote koppen. Ik weet uit ervaring dat ze zulke duiven in Taiwan niet eens willen, ongeacht hun prestaties. Daar zoeken ze de wat kleinere type duiven die op alle vluchten en weersomstandigheden uit de voeten kunnen.

Witte, vale, rode of zwarte duiven vind je bij mij ook niet. Daar zitten ongetwijfeld toppers tussen, maar ik moet ze niet. Ik vind dat zij anders gepluimd zijn en als je een heel seizoen met die duiven speelt, lijkt het alsof hun verenkleed eerder slijt. Daarnaast heb ik nooit een goede van die kleuren op mijn hok gehad. Dat laatste zal vast aan mij liggen, maar vandaar mijn voorkeur voor blauw of kras.

Het najaar raast zoals gewoonlijk door en we staan weer voor een nieuw jaar vol onzekerheden wat onze hobby betreft. Toch is dit de tijd waarin je geen fouten mag maken.

Hier krijgen de duiven om de dag Sedochol en Naturaline met extra look in het drinkwater en dagelijks gaat er een stenen pikpotje gevuld met Champions Mineralenmix op iedere kilogram voer. Ik voel me daar prettig bij en wie daar niet in gelooft, dat is natuurlijk ook prima.

Bouwstoffen hebben je duiven het hardst nodig in de ruiperiode, toch zeker als het om verduisterde jonge duiven gaat. Hier staan de jongen nog op vier pennen. De nieuwe pennen moeten netjes ingroeien zonder strepen erin. Is dat niet zo, dan hebben ze wat meegemaakt of iets onder de leden. Te zware medicatie in het vliegseizoen zal je nu ook in de pennen terugzien.

Zo gaf ik jaren terug na een rotvlucht een middel tegen de koppen met doxycycline erin. Op zich niets mis mee, want alle middelen voor de koppen bevatten doxycycline of Linco-Spectin. Ik gaf dat echter met 30 graden in het water en dat sloeg gelijk slecht uit. Nog een rotvlucht volgde en in het najaar zag ik het terug in de getekende pennen. Vandaar dat je medicatie beter kan vermijden bij warm weer of anders toedienen over het voer.

De kweekduiven worden eind volgende week tegen paramyxo geënt en krijgen preventief een luisdruppel en geeltablet. Deze tablet krijgen ze eenmaal per jaar en daar brengen ze gewoon zes rondes jongen op groot. Ook is het verstandig om in deze tijd je duiven op wormen of coccidiose te laten controleren. Ik noem dat vaak mandbesmettingen omdat de duiven hier nooit op de grond of het veld lopen.

Dat veldgedrag hebben mijn duiven überhaupt nooit gekend, ondanks dat de hokken omsloten zijn door tuinbouwgrond. Ik denk zelf dat een duif pas naar het veld trekt als hij tekort komt in zijn dagelijkse voeding of bouwstoffen en dat is hier dus niet het geval.

Ieder jaar zoek ik wel iets om mezelf mee te versterken, dat doe ik al 30 jaar. De kwaliteit hier is hoog en daarom koop ik het liefst iets uit het beste van wat een liefhebber te bieden heeft. Dat je daarvoor soms diep in de buidel moet tasten, is normaal.

Veel van die dure duiven zijn verwijderd en van sommige zit één bruikbaar jong dat gelijkwaardig is qua kwaliteit. Vaak gaat dat jong naar de kweek en wordt de ouder verkocht. Daarbij ben ik kritisch op nieuwe aankopen, ze moeten met meerdere duiven goed nazaat geven als ze op het kweekhok willen blijven.

Toch zal ik me nooit bedonderd voelen, want niet elke topkweker geeft louter goede jongen. Zo geeft de doffer van het Millennium koppel (aangekocht uit de 1e nationaal Argenton in België) super jongen met nakweek met zijn duivin. Deze duivin heeft met meerdere doffers teletekstduiven gegeven, maar hij zelf met andere duivinnen nog niet één bruikbare.

De vader van Super Rossi was een rechtstreekse Heremans uit Nieuwe Rossi x Eenoogske. Hij stond gekoppeld tegen Miss Goldnugget (dochter Young Witbuik). Met Miss Goldnugget die als jong 5e provinciaal Asduif en 6e nationaal Orléans werd, had ik pech. Ik had er maar twee jaar van gekweekt toen ze dood op haar nest lag. Ze had met drie verschillende duiven teletekstvliegers gegeven. Na haar dood heb ik de Heremans doffer op zeven andere kweekduivinnen gezet, maar daar kwam niet één bruikbaar jong meer uit.

Het moge duidelijk zijn dat het niet altijd een succes is. Je moet ook geluk hebben met een aankoop of een kweekduif.

Over een paar maanden zitten we weer in het nieuwe jaar, onvoorstelbaar hoe snel de tijd vliegt. Nu dat de jaren gaan tellen en de toestand waarin we nu leven, lijkt alles in een stroomversnelling te zitten.

Afgelopen jaar zijn hier meerdere liefhebbers over de vloer geweest. Ik dacht dat ik tot de jongste groep behoorde, maar bijna alle bezoekers waren jonger dan mij. Een goed teken, want dat betekent dat de duivensport verder kan, al zal het in een afgeslankte vorm zijn.

De meeste van die jongere gasten zijn fanatiek genoeg om versterking te zoeken en bovendien leergierig. Voor deze lichting liefhebbers probeer ik deze blog bij te houden en te schrijven hoe ik het op mijn hokken doe.

Veel ervaren liefhebbers draaien overal omheen of omhullen zich in geheimen. Nou, ik kan je vertellen dat er geen geheimen zijn, het draait namelijk maar om één ding en dat is goede duiven. Al het andere is ondergeschikt of onzinpraat van mensen die denken dat ze het wiel hebben uitgevonden.

Door de jaren heen heb ik teveel topliefhebbers zien veranderen in krabbers toen ze van hun duiven af waren. Sommige braken zelfs de hokken af waar ze vroeger in kampioenenstijl op vlogen en plaatsten nieuwe om vervolgens alsnog geen prijs te winnen.

De meeste mensen die hier kwamen snapten niet dat de duiven het gehele jaar in de buitenlucht zitten en toch zo presteren op alle fronten. Hier geen watjes in potdichte, verwarmde hokken. Ze moeten met de natuurelementen om zien te gaan.

Dit jaar had ik een toplichting jonge duiven, maar ik heb 28 weduwnaarsbakken, dus 28 koppels en geen pluim meer. Bij de tweejarige duiven mogen er 10 blijven, dus 46 jaarlingen mogen de strijd aan gaan. Op dit moment zitten er nog zeven teveel, na de rui kijk ik wie er alsnog vertrekt.

Op het kweekhok staan 36 bakken, maar daar gaan maar 24 koppels op en zes probeerkoppels van aangeschafte duiven waar al uit is gekweekt. Omdat ik hun jongen volgend jaar als jaarling nog op de dagfond test, mogen die nog een jaar blijven. Ik heb al teveel aangeschafte duiven te snel verwijderd.