Niet de Elfstedentocht, maar de vluchten. Althans, in België dan, waar de eerste vluchten zoals altijd zijn afgelast vanwege het weer. Ik ben 31 jaar geleden op 23 maart getrouwd en het is niet vaak voorgekomen dat we op die datum met mooi weer konden starten. Ik heb ze zelfs wel eens met sneeuw van de vlucht thuisgekregen.

Eigenlijk is begin mei de eerste prijsvlucht vroeg genoeg. Bij de oude duiven is het namelijk niet nodig om met kleine stapjes op te schuiven. De sprongen kunnen daar gemakkelijk wekelijks met 100 km genomen worden.

Zo zitten we de laatste jaren eind juli altijd met code rood en is het te warm volgens mensen die geen duiven hebben, maar wel tegen betaling advies geven. Ik vind dat wanneer je vroeg lost (6.30u) er geen probleem is, want dan zijn de duiven voor 10.30u thuis. De warmte in een vrachtwagen hoeft ook geen probleem te zijn. In de avond ophalen, ‘s nachts rijden en ’s ochtends vroeg lossen. Ging het vroeger ook niet zo?

We leven echter in andere tijden waarin we liever grof geld betalen voor adviezen die vaker fout dan goed zijn. Niets mis mee, maar zorg voor een flexibel nationaal vliegprogramma. Nu is 11 september alles achter de rug, afgelaste vluchten of niet, terwijl we vorige jaren half oktober nog gewoon op het strand konden liggen. Meedenken en vooruitkijken is niet iedereen gegeven, blijkbaar.

De schreeuw om nationaal Orléans terug te krijgen is er bij de meeste liefhebbers. Die hebben ze destijds afgeschaft voordat men op de vingers getikt werd. Zo gaat dat nu eenmaal in Nederland; vooruit lopen en niet de grenzen opzoeken van wat wel en niet mag.

Voorbereidingen vliegseizoen

Hier loopt verder alles goed. De duiven zijn er klaar voor en zitten perfect op gewicht. Ze gaan vanaf vandaag op weduwschap. De komende weken de laatste puntjes op de i zetten en dan ben ook ik er weer klaar voor.

Mijn doelstelling is zoals altijd zoveel mogelijk vluchten winnen in het liefst een zo groot mogelijk verband. Zo wil ik met de jonge duiven weer vlammen zoals vroeger. Afgelopen jaar was het natuurlijk al super, want bijna alle jonge duivenvluchten werden gewonnen in het samenspel. De eerste twaalf van Châteaudun in het Rayon was een mooie opsteker en het resultaat van harde inzet.

Ook voor dit jaar zit er weer een sublieme ploeg jonge duiven klaar. Of ze het waar kunnen maken weet ik niet, maar een uitstekende afstamming hebben ze allemaal wel.

Ik haal mijn voldoening uit het wekelijks proberen te presteren op alle afstanden, waarbij de 1e winnen de meeste voldoening geeft. Nationale kampioenschappen of Asduiven gaan me pas interesseren wanneer alle punten uit de afdelingen worden genomen. Zolang men dat uit de zwakkere samenspelen of Rayons doet, boeit het me weinig.

Provinciaal of NPO top 10 winnen heeft voor mij een veel grotere betekenis, dat is vaak weggelegd voor de beste duiven. Provinciaal of NPO strijden alle duiven tegen elkaar en is er geen concoursvervalsing. Met de wind moet je geluk hebben, maar die waait geen half jaar uit dezelfde hoek.

Een seizoen bestaat uit meerdere vluchten en alleen degene die op alle disciplines uit de voeten kunnen, zijn de ware kampioenen. Als je de reportages van de beste tien liefhebbers WHZB in Het Spoor hebt gelezen, zag je dat je daar niet altijd een massa duiven voor hoeft te hebben. Er zijn er genoeg die op alle vluchten super presteren met slechts enkele duiven op het hok.

Specialiseren voor zeven vluchten lijkt me geen kunst. Je duiven vier tot vijf maanden aaneengeschakeld top laten presteren, daar heb je kwaliteit en een goede duivenmelker voor nodig.

Het is miezerig en nat buiten, maar de jongen gaan wel alle dagen los. Alle gespeende jongen zijn inmiddels gevaccineerd tegen rota en paramyxo, dus de Adeno met sterftegevallen zou weg moeten blijven. We wachten af of dat daadwerkelijk zo is.

Ook de oude duiven gaan al wat langer in de lucht hangen, maar die gaan niet alle dagen los. Ik wacht eerst tot het sein van het vliegseizoen op groen staat, dan heb ik ze er binnen twee weken klaar voor.

De kweekduiven beginnen aan de jongen voor Jan. Onder de overnachtduiven liggen de laatste eitjes voor eigen gebruik. De lichten bij de kwekers zijn al een tijdje uit, hun taak zit er ver op. Het is nu aan de vliegduiven om hun taak te vervullen.

We krijgen veel berichten van gebruikers van onze voeding en bijproducten, met name omdat de mest zo super is bij hun duiven. Onze zoon krijgt de voeding en bijproducten dan ook niet aangeslepen.

Steeds meer hokken in binnen- en buitenland kiezen voor gemak en stappen af van al die verschillende balen voer. Elke voerfabrikant heeft meer dan 25 verschillende varianten voer. De mensen weten het niet meer en de fabrikant kan maar moeilijk één baal aanprijzen en zijn andere 24 balen niet.

Op GPS-Auctions staat nog een veiling van enkele tophokken in Nederland bij de schenking WHZB-TBOTB. Hiertussen staat ook een halfbroer van Witbuiks Blue, die zit nu op de kweek en won 3e Provincial Ace en 3e Golden Ace FZN.

  • 1e NPO La Souterraine 2.753 pigeons 634 km
  • 11e national Ace WHZB Long Distance
  • 12e national Ace Long Distance
  • 17e NPO Issoudun 4.110 pigeons 546 km
  • 61e NPO Montluçon 5.046 pigeons 597 km
  • 71e NPO Melun 13.540 pigeons 356 km
  • 94e NPO Gien 3.917 pigeons 452 km

 

Verder zijn alle zomerjongen van 2020 weg op één jonge doffer uit Superboy na. De drie laatjes 2020 die er ook nog zitten, gaan naar de Season Finale van PIPA.

Mij wordt vaak gevraagd welk soort duiven ik bezit. Tegenwoordig kan ik wel van een eigen soort spreken, want alle duiven die ik bezit zijn op enkele bijgehaalde duiven na aan elkaar verwant.

De hoofdlijnen zijn Witbuik en Rocket en daar is alles uit ontstaan. Deze zijn altijd onderling met elkaar gekruist en zo nu en dan haal ik iets uit de beste duiven bij om in te kruisen. Deze nieuwe aanwas wordt gelijk tegen de bewezen eigen duiven gezet. Brengt het niet wat ik had verwacht, dan verdwijnen ze even snel weer.

Ik merk wel hoe meer mijn duiven elkaar raken in hun afkomst, hoe beter ze worden. Ook kruisen ze dan gemakkelijker met die enkele duif die ik inbreng. Ik schuw niet voor inteelt, maar halfbroer op halfzus is wel het kortste wat ik doe. Vaak is het neef x nicht wat hier gekoppeld wordt. Ze geven dan de beste genen door en de duiven blijven raszuiver. Deze duiven kruisen dan vaak goed met nieuwe inbreng, wat vaak direct tot topprestaties leidt.

Jarenlang heb ik me laten leiden door mooie reportages van tophokken in binnen- en buitenland met echte topduiven en topprestaties. Ik moest en zou uit die duiven jongen hebben, maar wat viel het op enkele uitzonderingen na vaak tegen. Inmiddels weet ik dat niet elke streek dezelfde concurrentie heeft en dat op sommige plaatsen het wel erg gemakkelijk is om te presteren.

De duiven gaan vanaf half volgende week op weduwschap nadat de laatste eitjes zijn opgehaald. Vanaf dan houd ik me meer bezig met het nieuwe seizoen en alles in het regiem brengen.

De doffers trainen om 8u een uur met gesloten klep en de duivinnen vanaf 16.30u een uur verplicht. De tijd van loslaten in de ochtend en avond verandert wanneer de verduistering begin mei verdwijnt.

Eenmaal daags goed trainen is ruim voldoende om een heel seizoen goed te spelen. Vroeger trainden de jonge duiven hier tweemaal daags, maar daar ben ik al jaren mee gestopt. Ook die trainen dus eenmaal daags.

De oude vliegduiven brengen gewoon een koppel jongen op en broeden een dikke week na. Ze moeten in het seizoen weten waar ze voor vliegen, vandaar dat ik ze lang bijeenhoud tijdens de kweek.

Hier heb ik nooit last van lesbisch gedrag bij de duivinnen, terwijl ze gewoon los op het hok vertoeven. Zijn ze echt in orde, dan pakken ze elkaar aan op de vloer.

De duivinnen blijven altijd tot de dag na de vlucht bijeen. Ik besteed daar geen aandacht aan en praat er niet tegen, het is voeren en weg. Zou ik dat wel doen, dan lopen ze staartslepend door het hok en dan beginnen de problemen.

Ook bij de oude vliegduiven – doffers en duivinnen – staan de voorfronten en plafonds jaarrond open. De wind blaast vrij door de hokken heen. Bij de jonge duiven is dat ook zo. Zij lopen gewoon buiten voor de hokken op de grond. De doffers en duivinnen schijnen daar geen last van te hebben.

Zo kwam ik vroeger op veel plekken waar de kinderen niet buiten mochten komen overdag, omdat de weduwnaars dan verstoord zouden zijn. Totaal van de zotte, natuurlijk. Hier zijn jarenlang vrachtwagens en tractoren op vijf meter afstand van het hok op en neer gereden toen ik nog een bedrijf had. De duiven keken er niet eens naar om en sloegen ook niet de lucht in.

Alles draait om gewenning. Je moet als liefhebber de lijntjes uitzetten en de duiven moeten zich daarop aanpassen.

Samen met mijn overbuurman train ik de duiven. Omdat hij ook een flinke ploeg jongen heeft, laten we die op hetzelfde tijdstip los. Zodanig dat wanneer de oude duiven trainen, er geen jongen los zijn of wanneer mijn doffers los zijn, ook die van hem los zijn. Dat is gewoon een kwestie van afstemmen.

Hier speel ik kort op de bal en ook bij hem doe ik de selectie dit jaar. Het moet met goede, vitale duiven gebeuren en zoveel mogelijk op natuurlijke basis. Duiven die daar niet tegen kunnen, worden ongeacht hun afkomst verwijderd.

Zodra het weer omslaat, komen de opleermanden van zolder. Althans, bij de meeste van ons. Hier worden ze maar één, misschien twee keer weggebracht. De overnachtduiven worden überhaupt niet opgeleerd, die gaan gelijk naar 145 km.

Onze afdeling is een echte opleerafdeling. Het is van half april tot eind mei elke zondag mogelijk om duiven in te manden. Dat dit ten koste gaat van de aantallen duiven op zaterdag, staat vast. Op de programmavluchten dus kleinere concoursen ten opzichte van afdelingen die deze mogelijkheid niet bieden.

“Waarom?”, zou je zeggen. Geef de overnachtduiven net zoals ik gewoon van begin af aan mee, zo deden ze dat vroeger ook. Daar is niets mis mee. Met een overnachtduif ineens op 250 km zetten, ook niet.

Ik heb dat gedaan met overnachtduiven die eind mei/juni geboren zijn. Die zijn gelijk op de nalijn op 145 km gezet. Er waren in onze vereniging mensen die dachten dat ik ze nooit meer terug zou zien, ze zaten ook nog vol in de rui. Ze deden er weliswaar enkele dagen over, maar geen verliezen.

Het jaar erop zijn ze zonder op te leren weer meegegaan op 145 km en hebben ze een dagfond, Agen en Narbonne gevlogen op vijf oude pennen. Van Agen werd gewoon de 1e gewonnen en een ZLU-vaasje gepakt. Van de ploeg van veertien duiven waarmee ik startte, is er maar één verloren gegaan.

Alleen de duiven die van zowel Agen als Narbonne prijs hadden, zijn behouden. Sommige hebben het er dan over om die duiven eerst drie jaar oud te laten worden, maar daar zie ik geen heil in. Je kan ook té voorzichtig te werk gaan. Iets wat er niet in zit, zal er nooit uit komen.

Afgelopen jaar hebben de overnachtjongen elke vlucht afgehaspeld die op het jonge duivenprogramma stond. Ze waren nu eerder gekweekt en zijn vol door de rui heen.

Ik heb ze onlangs gekoppeld en ze brengen nu een koppel jongen groot, waarna ze op weduwschap worden ingespeeld en op eitjes van tien dagen naar Agen gaan. Afgelopen jaar gingen ze op jongen van zes dagen naar Agen en zo wil ik alle standen verkennen.

Deze duiven zijn van september tot het vliegen hele dagen los, ongeacht het weer. Ze kunnen zelf naar binnen of buiten. Ik heb er net als vorig jaar geen enkele verwachting van en zie het nog steeds als een test, ook om onze voeding en bijproducten op deze afstanden te testen. Medicatie kennen deze duiven niet, op de verplichte entingen na hebben ze die nooit gehad.

Van jongs af aan heb ik elke duif waar ik maar iets aan zag gelijk verwijderd, dus alleen de sterkste bleven over. Had ik op bouw moeten selecteren, dan zat er niet één meer.

De planning is Agen, Barcelona en Narbonne. Jongen zijn er niet meer gekweekt. Na dit jaar zullen ze naar verwachting allemaal weg gaan wegens tijdgebrek.