Max Verstappen zette ons landje gisteren weer in de spotlights. Met duiven gaat dat internationaal niet zo snel lukken, wij zijn nu eenmaal net als met onze boostercampagne het lachertje van Europa.

Alle 28 kweekkoppels hebben inmiddels eitjes. De eerste duiven legden hun eerste ei op amper 8 dagen en de laatste 6 dagen later. De eerste tien koppels lijken bevrucht, de rest bekijk ik deze week. De oudste duiven van 2015 hebben als eerste gelegd.

Persoonlijk boeit me dat niet zo. Ik zeg altijd: als ze op 21 dagen allemaal afgelegd hebben, doe je het goed in de winterkweek. Een vlotte of trage kweek geeft toch geen garantie voor toekomstig succes. Het feit is dat over drie maanden de hokken weer vol lopen met enkele talentjes en een hoop afval.

Afgelopen vrijdag zijn de 20 duiven die jaarlijks naar PIPA gaan gekeurd en op de foto gezet. Persoonlijk vind ik de kwaliteit van alle 20 duiven hoog. Ze hadden ook een goed keuringsrapport begreep ik; tien duiven kregen een 9 en de rest een 9.25, het hoogst haalbare.

Aan de afstamming ligt het sowieso niet, maar zoals altijd heb je ook een beetje geluk nodig met aankopen. Zelf plaats ik zulke duiven tegen mijn beste kwekers, dan weet ik snel wat erin zit. Een ezel op een renpaard zal vast en zeker een ezel geven en zelden een renpaard, zo zie ik dat.

Wel weet ik inmiddels dat je met zomerjongen een jaar langer geduld moet hebben, maar soms kweek je er gelijk goede uit. Dragon Rocket haalde ik in september en die werd met amper één pen gegooid toch in de winter gekoppeld. Eén van zijn eerste twee jongen won de 3e NPO Étampes tegen dik 30.000 duiven en de andere werd 2e nationaal Asduif.

Dit jaar zaten er ook twee plaatjes uit het Golden Pair met beide één pen gestoten. Een daarvan werd moeder van de 1e nationaal Asduif WHZB en 1e Asduif PIPA Rankings.

Vandaag maakte ik een ritje naar Frans & Dirk Maris uit Itegem, België. Voor mij één van de beste hokken van België op de zware halve fond.

Wij hadden eerder al een superzoon van Maxi (winnares 1e nationaal Argenton) gekocht, wat de doffer van het Millennium koppel werd. Vandaar dat we opnieuw contact zochten en nu huiswaarts keerden met een mooie dochter van de kersverse Olympiade duif op de nationale vluchten, Proxi.

Proxi is één van de beste duiven van Europa met 8x top 100 op de nationale vluchten in België. Ze is dus een kleindochter van Maxi. De duiven bij Maris zijn sterk verwant aan de Maxi-lijn, dus ideaal kruisingsmateriaal voor een verwante stam duiven.

Ze is tevens een kleindochter van Olympic Niels van Dirk van Dyck. Uranus van Willem de Bruijn is ook een kleinkind van Olympic Niels. Kortom, ook op andere hokken komen goede duiven voort uit goede.

In het kweekhok van Jan hadden we achteraf gezien al een halfbroer en zus van Proxi zitten, waar goede jongen uit voortkwamen. In Friesland hebben die zich reeds bewezen, in Brabant zijn ze nog niet getest.

De aangeschafte dochter van Proxi gaat op de samenkweek zoon uit Olympic Jozef van Eijerkamp x Dragon Girl onder het motto ‘goed x goed’. Met andere woorden, dochter 1e Olympiade dagfond België x zoon 2e Olympiade dagfond Nederland (waar natuurlijk 50% Rocket in vertegenwoordigd is, zoals ook in de succesvolle koppeling van het Millennium koppel).

Desalniettemin moet de uitval het zoals altijd goed maken en is er geen enkele garantie op succes. De duiven moeten bij je passen en ik was gelijk weg van deze duivin. Ik zit er niet heel vaak naast, maar de tijd zal het leren.

Dit jaar is wat duivensport betreft gepasseerd, er zijn immers geen prijsuitreikingen meer. We weten nog niet wat 2022 gaat brengen. Het nationale vliegprogramma is weliswaar duidelijk, maar hoe de afdeling dat in het vat gaat gieten, nog niet.

Het nieuwe NPO-bestuur kiest ervoor om minder met de duiven te spelen, we moeten ze dus maar voor het plezier op ons hok houden. Ik hoop niet dat we een warme zomer krijgen, want dan zullen we amper met duiven spelen. Zelf zou ik zeggen: bouw een uitloop in tot eind september, mocht er in het seizoen onverhoopt wat gebeuren.

Die liefhebbers die minder jonge duivenvluchten willen en vervolgens hun eigen jongen naar allerlei eenhoksraces sturen… Moeten we die kant op? Ik weet het oprecht niet meer en vraag mezelf dan ook wel eens af: is dit dan duivensport anno 2022?

De duivensport verandert en dat houden we niet meer tegen. Alles wordt alsmaar duurder. Combinaties vormen om de kosten te verdelen lijkt de slimste oplossing, maar combinaties kennen meestal maar twee mooie dagen: de eerste en de laatste.

Onze hobby lijkt ook steeds professioneler te worden. We moeten onze duiven begeleiden als atleten, de periode van 50% gerst en buisman in het water is voorbij. Bezuinigen doe je het beste door minder duiven te houden. Het is dus zaak zo snel mogelijk het kaf van het koren te scheiden.

Zo lijkt het in de toekomst ook sneller te worden en krijgen we steeds meer vluchten op midfond afstanden tot 6 à 7 uur vliegen. Aan duiven die graag 10 of meer uur in de lucht hangen, heb je als programmaspeler niets meer.

Het jonge duivenspel lijkt een snelheidsspel te worden en ook dan moeten ze er vanaf de eerste vlucht staan. De jongen krijgen amper negen kansen, dus de focus moet er direct zijn. Vandaar de spartaanse training bij mij. Ze worden vanaf de eerste keer opleren één-voor-één door wind en weer gelost.

Ze moeten tegenwoordig snel van de klad af om vroeg te kunnen spelen. Laten ze zich door de wind omduwen of hebben ze angst om door een bui te vliegen, dan ben je gezien. Althans, dat is mijn gedachtegang.

In het leren luisteren moet ook tijd gestoken worden. Wanneer we de eerste duiven zien, moeten ze eigenlijk ook direct binnen zitten. Met duiven die minutenlang blijven vliegen win je geen concoursen meer.

Het snel binnen lopen is aan te leren middels een fluitsignaal. In no time binnen, anders een maaltijd overslaan. Duiven die elke keer liggen vervelen met binnenlopen kan je missen als kiespijn, evenals bange duiven.

Vandaar dat je de jonge duiven in de korte periode als jong goed moet testen. Alles jaarling laten worden is alleen voor de grote hokken bestemd die over voldoende financiële middelen en ruimte beschikken.

Hier wordt slechts een kwart van de gekweekte jongen jaarling en ook die worden na zo’n acht vluchten opnieuw aan selectie onderworpen. Wie zich dan nog niet heeft getoond of mijn vertrouwen verloren heeft, gaat eruit.

Ik ken al mijn duiven, vaak geef ik ze een naam die gerelateerd is aan hun (voor)ouders. Dit onthoud ik beter dan ringnummers. Hier is alles geschelpt of blauw met een enkele witpen of bonte ertussen. Desalniettemin weet ik precies waar ze uitkomen doordat ik alles overzichtelijk houd.

Het einde van het jaar nadert en dus maken we ons op voor volgend jaar. Ik zal hier zoals altijd mijn belevingen en handelingen op eigen hok uiteenzetten. Wie het daar niet mee eens is of een andere visie heeft, hoeft al die onzin gelukkig niet te lezen.

Hoe ouder ik word, hoe vaker ik op dingen terug moet komen, zo lijkt het. Zo kweekte ik vroeger nooit uit stokoude duiven met de simpele gedachte dat in een bejaardenhuis ook geen kinderen worden geboren.

Een totaal verkeerde redenatie dus, want Young Witbuik is van 2008 maar gaf in 2021 nog New Witbuik. Deze duif heeft dit jaar bij Jan het volgende gewonnen:

  • 1e Asduif Friese Fondclub.
  • 3e nationaal Asduif Fondspiegel.
  • 17e NPO Echternach Afdeling 11 (358 km) tegen 8.921 duiven.
  • 22e NPO Châlons-en-Champagne Afdeling 11 (465 km) tegen 2.445 duiven.
  • 55e NPO Reims Afdeling 11 (449 km) tegen 6.769 duiven.

 

Er zit wel een verhaal aan vast. Young Witbuik zit bij Jan in een apart gedeelte met zijn duivin. We spraken af hier in 2020 en 2021 geen jongen meer van uit te wennen. Op de een of andere manier belandde er toch één op het vlieghok.

De jonge duiven van 2020 die niet waren uitgewend, zijn na het seizoen geselecteerd. Eén daarvan werd hier dit jaar moeder van Blue Jewel en die won:

  • 1e provinciaal Asduif.
  • 3e Morlincourt tegen 3.383 duiven.
  • 5e Niergnies tegen 3.642 duiven.
  • 7e NPO Morlincourt tegen 10.909 duiven.
  • 39e Pontoise tegen 963 duiven.
  • 44e nationaal Asduif WHZB.
  • 52e Melun tegen 567 duiven.
  • 59e Melun tegen 477 duiven.
  • 65e Quiévrain tegen 1.211 duiven.

 

Bij Jan werd er één moeder van Witbuiks Best en die won bij Jan dit jaar het volgende:

  • 1e NPO / Grand Prix Reims Afdeling 11 (449 km) tegen 6.769 duiven (1082mpm).
  • 4e nationaal Asduif Fondspiegel.
  • 15e NPO Echternach Afdeling 11 (358 km) tegen 8.921 duiven.
  • 50e NPO Châlons-en-Champagne Afdeling 11 (465 km) tegen 2.445 duiven.
  • 2e Asduif Friese Fondclub.

 

Eerder gaf Young Witbuik al de toppers Miss Goldnugget (onder andere moeder van Super Rossi), Blue Star (1e provinciaal Asduif) en Witbuiks Blue (1e NPO La Souterraine en 1e nationaal Asduif). Kortom, uit stokoude duiven komen dus ook nog uitmuntende duiven voort. Ik ben benieuwd of hij dat in 2022 nogmaals kan herhalen.

De volgende wijsheid die ik heb geleerd is om het niet erg te vinden dat een duif ietsjes openstaat. Ik heb op diverse hokken veel toppers in mijn handen gehad (zowel mid- als dagfond) waarvan de stuit een beetje openstond. Onlangs had ik het hier met Gerard Verkerk over. Hij vond het ook bij vooral jonge duiven een momentopname. Te vette duiven staan vaak wat open.

Daarbij moet je voorzichtig over de stuitbeentjes strijken en niet je vinger ertussen proberen te murwen. Iedereen die bij een zaalverkoop van jonge duiven is geweest, kan hierover meepraten. Er zijn duiven wiens stuitbeen volledig om zeep is geholpen door mafkezen die er met hun dikke vingers in hebben zitten wringen.