Het kost allemaal wat

Gezondheid en overbevolking

De duivensport is niet echt een goedkope hobby, maar toch kunnen we de kosten in de hand houden als we dat willen. De meeste gezondheidsproblemen beginnen vaak op een overbevolkt hok. Iets wat ik niet begrijp: er zijn namelijk zo weinig écht goede duiven, dus waarom de hokken volproppen?

Jongen kweken uit vliegduiven die niets bewezen hebben betekent later massaal verspelen. Beter is het om van de beste duiven de eitjes enkele keren om te leggen.

Kuurtjes en controles

Al die voorbereidende kuurtjes voor een goede kweek zijn onzin. Een goede liefhebber ziet aan de duif wel of alles in orde is, ja of nee.

Zo stuurde ik vorig jaar de verzamelde mest van een week op naar twee bekende dierenartsen. Er kwamen twee verschillende resultaten uit: bij de ene was alles oké, bij de andere hadden ze coccidiose. Bij zo’n uitslag doe ik dus niets, en de kweek verliep gewoon goed. Later in het seizoen liet ik de mest nog eens onderzoeken bij een derde partij, en de duiven mankeerden weer niets. Heeft die ene dierenarts iets gevonden, of wilde hij mij een coccidiose-kuur aansmeren? Wie zal het zeggen.

Het beste is dus niets te doen. Tricho-kuren als ze op nest zitten? Hier niet. Ik geef direct na het vliegseizoen alle duiven een Tricho-tablet. Ze komen vervolgens niet meer los en er komt geen duif bij. Komt er toch een nieuwe duif, dan krijgt die ook een Tricho-tablet. Dat is overigens de enige Tricho-medicatie die de kwekers in een heel jaar krijgen.

Veelvuldig kuren leidt vaak tot zwakkere duiven. Duiven die individueel ziek worden verwijder ik gelijk. Verder alleen de dagelijkse Origanum Red op het voer — daar red ik mezelf al jaren mee.

Verzorging

Een goede, stipte verzorging van de duiven is een groot pluspunt. Hier geen droge mest of andere troep op de bodem: eenmaal daags schrapen en klaar. Je moet elke duif kennen in het hok en weten waar hij of zij uitkomt. Lukt dat niet, dan heb je er teveel.

In het vliegseizoen ben ik bij de vliegduiven een liefhebber van vitaminen. Dat zijn hier gewoon de bruistabletten uit de supermarkt. Ik los die op in twee liter water, en vaak krijgen ze dat al bij thuiskomst en midweeks. De kwekers krijgen nooit extra vitaminen; die moeten ze tweemaal per week uit de gevitamineerde Prestavit halen.

Verder vind ik een veelzijdige mengeling, twaalf maanden per jaar, erg belangrijk. Een mengeling die uit meer dan 25 verschillende granen en zaden bestaat. De duivenlichamen zetten zich daar vanzelf naar: zuivering, rui, kweek — die aparte mengelingen zijn aan mij niet besteed. Vaak is de ruimengeling erg arm en zitten er maar enkele granen en zaden in.

We zien de gebruikers van die arme mengelingen vaak op de snelheidsvluchten. Daar kunnen de duiven nog wegkomen met een mindere kwaliteit mengeling. Maar eenmaal voorbij de kaap van 250 km hebben ze toch echt een betere kwaliteit mengeling nodig.

Goedkoop voer bestaat niet

Het kan natuurlijk nooit dat goede kwaliteit voer goedkoop aangeboden wordt. Dan ontbreken er vaak de vette, dure zaden en granen van de eerste gradatie. Vaak worden silo’s opgeschoond en alles gaat in een zak goedkope mengeling. De enigszins professionele liefhebber waagt zich daar niet aan, en de leek lijkt het verschil niet te kunnen zien.