Op weg naar een nieuw seizoen

We gaan zo aan het nieuwe seizoen beginnen. Definitieve vliegprogramma’s zijn er nog niet, dus dat blijft voorlopig gissen. Wel kunnen we de koppels samen gaan stellen. Zoals altijd heb ik er nog te veel — er zijn immers maar betrekkelijk weinig écht goede.

Wat hier vaak het geval is: elk topjong heeft een topouder. Kweken uit de beste is de kortste weg naar succes. Beter is het om af en toe te verleggen van de beste duiven, dan te streven naar een ronde jongen van alle duiven.

Op het vlieghok worden dit jaar alle 28 top-10 winnaars in de afdeling tegen elkaar gezet en verlegd onder de andere, zodat ik ook van die duiven minimaal een koppel kan uittesten. Bij de kweekduiven zitten zoals altijd een achttal zomerjonge doffers van 2025. Daar kweek ik er vier van met een oudere, bewezen duivin. Zit daar niets bruikbaars bij, dan vertrekken ze volgend jaar weer. Er zitten ook nog enkele bijgehaalde duiven; voor hen geldt hetzelfde concept: vier jongen, en als daar niets bruikbaars bij zit — wegwezen.

Ervaring en strijdlust

Sinds 1989 ben ik opnieuw gestart met de duiven. De allereerste vlucht pakte ik meteen de eerste tegen 7.000 duiven. Nadien is alles wel gewonnen wat te winnen valt, tegen de concurrentie van toen en nu. Ik loop er niet meer echt warm voor, maar winnen verveelt nooit. Daar doe ik alles voor. Gaat het niet zoals ik wil, dan moet het maar zoals het gaat. Hoe meer er geroddeld wordt na een mindere vlucht, hoe harder ik mijn best doe voor de volgende. De strijdplannen zijn weer aanwezig — nu maar hopen dat alles fysiek in orde blijft.

Oude en jonge garde

Bij de oude duiven zal er met een veertigtal gestreden worden, en dat zijn er meer dan genoeg. Bij de jongen zullen er wat meer zijn, maar die zijn nog niet getest zoals de oude duiven. Wel is de helft dit jaar tweejarig. Vorig jaar waren er te veel jaarlingen, terwijl je juist de tweejarigen nodig hebt voor de dagfond.