Brabant 2000

Een mijlpaal en een afscheid

Afgelopen zaterdag was de jaarlijkse prijsuitreiking van Brabant 2000. Het schijnt een geweldige happening geweest te zijn. Maar zoals zo vaak kon ik er helaas niet bij zijn — die vervelende rugklachten blijven me parten spelen. Het gaat wel vooruit, maar lang zitten lukt nog niet, en ook lang stilstaan is lastig. Mensen die ooit met spit of een hernia te maken hebben gehad, weten precies waar ik het over heb.

Het was bovendien het einde van Brabant 2000. Ik weet nog goed dat het in 1999 werd opgericht, en dat ik dat jaar meteen 1e hokkampioen werd bij de jonge duiven, en 2e Asduif jong met Ironman. Nu, 26 jaar later, komt er een einde aan een tijdperk. Veel is er veranderd in die jaren — velen zijn gekomen, maar weinigen gebleven.

Ironman werd later vader van Supervedetje, die op haar beurt weer moeder werd van de 1e en 2e nationaal Orléans bij Ludo Claessens. Goede komen immers vaak uit goede!

Een vertrouwde lijn in het jonge duivenspel

Bij de jongen werd ik dit afsluitende jaar — net zoals bij de oprichting 26 jaar geleden — opnieuw 1e hokkampioen en 2e Asduif, dit keer met Blue Rossi. In die tussenliggende jaren ben ik vaak kampioen en Asduif geweest bij de jonge duiven. Ik ben en blijf nou eenmaal een liefhebber van het jonge duivenspel.

Onlangs kreeg ik nog een mail van een jonge liefhebber, en die raakte me. Hij schreef:

“Ik vlieg in afdeling 10 en ga nu mijn vierde jaar in met de duiven. Ik hoop niet dat dit nationale vliegprogramma het gaat halen, maar ik ben er bang voor. Ik ga zelf nog naar school, heb het redelijk druk en vraag me af of dit allemaal nog wel de moeite waard is op deze manier. Maar we moeten door, en de wil om te winnen wordt er niet minder op!”

Toekomstperspectief is cruciaal

En juist die wil om te winnen is zó belangrijk. Die heb ik altijd gehad, en ik bezit hem nog steeds — ondanks alle lichamelijke ongemakken. Maar dan moet er wel toekomstperspectief zijn in ons spel met de duiven.