22 okt Mijn visie op duivenhouden
Geen overbevolking, wel prestaties
Dit najaar zijn er heel wat bezoekers geweest, en stuk voor stuk stonden ze verbaasd over het geringe aantal duiven hier. Men verwacht vaak dat wie hard speelt met duiven ook veel hokken en duiven heeft — maar dat is hier dus niet het geval. Ik hou niet van overbevolking, en al helemaal niet van duiven op het vlieghok die nog niets gepresteerd hebben.
Wat het systeem betreft handel ik al meer dan 25 jaar op dezelfde manier. Ik verander niet van mengeling: hier eten ze het hele jaar door dezelfde Champions-/NPO-mix. Qua bijproducten gebruik ik mijn eigen mineralenemmer, Prestavit, en Origanum Red — voor mij een topmiddel om dagelijks de weerstand gezond te houden.
Ervaring en selectie
Bij de dierenarts kom ik alleen voor de enting, of als ik vermoed dat er iets mis is. Voor de rest vertrouw ik op 45 jaar ervaring. Ik zie en voel precies wanneer er iets aan de hand is.
Elk jaar komen er enkele nieuwe duiven bij, van het beste wat er te verkrijgen is. Maar als ze na het jonge duivenseizoen niets waard blijken te zijn, dan gaan ze er samen met hun nazaten weer uit. Echte topduiven zitten er ook op het allerbeste hok slechts een handjevol. In fabeltjes geloof ik allang niet meer.
Regelmatig worden mij duiven aangeboden om te testen, vaak van bevriende hokken. Gewone duiven wil ik niet eens. Het moeten duiven zijn uit supers, en ze moeten me aanspreken én passen bij mijn eigen stam.
Hygiëne en verzorging
Bodembedekking gebruik ik niet meer. Hier ga ik dagelijks met de schraper over de vloer, gevolgd door een dun laagje schelpenzand om de vloer droog te houden en de pootjes zuiver.
Als ik op andere hokken kom en duiven in handen krijg die onder de luis zitten, knap ik direct af. Dat is niet meer van deze tijd — duiven moeten vrij zijn van ongedierte. Ik wil dat ze zacht aanvoelen, in balans gebouwd zijn, en dat het oog strak in de kop staat, liefst met een dunne zwarte streep eromheen.
Een wat langer borstbeen dat bijna doorloopt tot aan de stuitbeentjes — daar mag je geen twee vingers tussen kunnen leggen. De punten van de slagpennen moeten de zwarte streep van de staartpennen raken. Een duif mag best een beetje openstaan, dat zie je vooral bij duiven in de rui of met verminderde conditie. Toch heb ik op top-hokken duiven gezien die redelijk open stonden en toch super presteerden. Dus of dat echt uitmaakt? Ik weet het niet.
Te vette duiven met blauw vlees — daar heb ik een hekel aan. Vaak zijn die gevoerd met slecht eiwitrijk voer en hebben ze een droge pluim. Hier krijgen de duiven volop, ze zijn mooi rond maar zeker niet vet. Als je gele vetranden naast het borstvlees ziet lopen, voer je te veel. Bij al deze plus- en minpunten zitten ook goede duiven, maar vooral veel mindere. De echte topduiven hier zijn in de regel mooi gebouwd — de mand bepaalt uiteindelijk of het goede of minder goede duiven zijn.
Geen show, wel inhoud
Forums en podcasts zijn niet echt aan mij besteed. Ik hou de boot vaak af, net als bij prijsuitreikingen. Simpelweg omdat ik daar geen tijd voor maak — zoals gezegd zijn de avonden en weekenden voor mijn gezin.
Ik beantwoord veel vragen via mail of WhatsApp, en die komen al op de gekste tijden binnen. Verder leg ik hier op deze blog precies uit hoe ik ergens over denk en hoe ik het doe. En dat hoeft niemand met me eens te zijn natuurlijk.