De duiven zijn moe

Mijn felicitaties ook nog aan combinatie Nielen-van Rossum uit Loenen aan de Vecht. Zij wonnen de Grand Prix vlucht vanuit Melun. Op 3 mei wonnen ze ook al een 1e prijs in Afdeling 7. Hun duiven doen dat op zowel onze mengeling als bijproducten.

Zwaar seizoen

Heel wat mensen laten me weten dat hun duiven vermoeid raken. Zelf zie ik dat ook aan mijn duiven. Ze hebben een zwaar voorjaar achter de rug, met telkens oost tot noordoost in de wind.

De eerste dagfondvlucht zaten ze 4 nachten in de mand en de vlucht erop moesten ze door onweersbuien heen. Tja, dan raken ze vermoeid. Thuishouden is dan eigenlijk de beste optie.

Zoals het er nu uitziet wordt het weer maandag voor onze afdeling, dus weer 4 nachten mand voor pas de tweede dagfondvlucht. Ik geef mijn betere duiven daarom mee op Pont-Sainte-Maxence (285 km). Slechts een klein groepje gaat naar de dagfond (635 km).

Wij vliegen nu 671 en 700 km voor de verste afstand in onze afdeling, omdat we samen met Zeeland worden gelost. Dat is bijna 85 km overvlucht. Ik vind dat te gek met zo’n zwaar seizoen. Zou het kopwind zijn, dan is dat elke keer 10 uur vliegen. Voor de kleinere liefhebber is dat niet te doen (en dat is nu eenmaal 97% van het ledenbestand in Brabant).

Jonge duiven

De jonge duiven hebben het ook niet altijd makkelijk. Bij het opleren staat vaak een harde wind en dan vliegen de onervaren jongen ver door. Vervolgens hebben ze het moeilijk om terug te keren. Links en rechts zijn er dus al de nodige verliezen.

Natuurlijk kweken we er allemaal teveel en zijn we de laatste jaren steeds minder selectief gaan kweken. Toen er nog gepoold werd op duiven kweekten we er minder, selecteerden we harder en waren er als gevolg minder verliezen. Ik zie dat nu ook bij de oude duiven. Mijn beste jongen van vorig jaar doen het weer goed en de kladvliegers zijn weer kladvliegers.

Ik speel al heel lang goed met jonge duiven, dat is tenslotte mijn favoriete spel. Wie zich daar niet meteen laat zien is eigenlijk het doorhouden niet waard. Dat wil echter niet zeggen dat ze ook niet geschikt zijn voor de kweek. Vaak beter zelfs dan hun goed presterende broers of zussen. Maar goed, alles aanhouden en testen op de kweek kan ik ook weer niet.