Afgelopen weekend een vlucht vanuit het Franse Morlincourt of Noyon voor de Belgen.

Mijn eerste duif was op tijd en kwam weer uit het oosten, wat eigenlijk niet moet kunnen met een oostenwind. Vervolgens viel er een gat van 5 minuten en dat ben ik zeker niet gewoon. Plots vielen ze weer als appels, wat alsnog resulteerde in 41 prijzen van de 49 duiven.

Met Blue Dragon Acey won ik de 1e in het rayon tegen 4.683 duiven. In de eigen vereniging eindigde ik echter als 2e, daar ging een splijtlid er met de 1e prijs vandoor. Hij werd eveneens 1e in zijn rayon, alsook in Brabant 2000, waar ik dan weer als 3e eindigde tegen 14.245 duiven.

Vorige week vloog mijn 3e Gouden Crack tegen de draad en deze week de 1e Gouden Crack van afgelopen jaar. Met die oostenwind zitten de duiven vaak laag en als je dan aan de grens met België richting Zeeland kijkt, lopen de draden dwars over elkaar heen.

Wanneer zo elke keer mijn favorieten voor dit jaar worden uitgeschakeld, wordt het op een gegeven moment toch moeilijk. Ik ben tenslotte niet iemand die 150 oude duiven inkorft.

Hopelijk wordt Blue Dragon Acey net zo goed als haar tante Dragon Girl, die 5x de 1e prijs in het rayon won. Dit moeten we maar afwachten.

Referenties

De gebr. van Belzen lijken het lek boven te hebben. Ze waren hier 2 weken terug met enkele duiven, die niet helemaal fris waren. Met enkele tips naar huis wisten ze nu dus de gehele afdeling Zeeland te verschalken met de 1e en 2e prijs tegen 10.312 duiven. Hun tweede, die tegelijkertijd arriveerde, is een 50% Embregts-Theunis duif.

In Polen hadden ze ook de aftrap van het nieuwe vliegseizoen en daar won een kleinkind van Pure Gold meteen de 1e prijs tegen dik 5.000 duiven.

De jonge duiven zijn inmiddels gevaccineerd met Colombovac en gelijktijdig tegen pokken met het borsteltje (Diftovac). Na eind mei volgt de paratyfusenting en that’s it.

De vroegere jongen trekken er al stevig aan. De laatst gespeende jongen hangen ook snel in de lucht, doordat de vroegere overal van opschrikken.

We hebben ze gelijk even opgeschreven en het waren er vier minder dan ik had geringd. Ik had verwacht er meer kwijt te zijn. De trainingen met de auto moeten natuurlijk nog beginnen, dan kan het aantal alsnog snel afnemen.

De laatst gespeende jongen zijn bij het opleren het snelst de klos. Daartegenover staat; die dat overleven, worden hier vaak de betere. Uiteindelijk gaat het toch om max. 20 duifjes die het verschil kunnen maken, het overgrote deel is bladvulling.

We zien dit nu ook al bij de oude duiven. Ze hebben inmiddels meerdere keren kopwind gehad. Wie nu vooraan heeft gezeten, daar kan je ook de rest van het seizoen op wachten voor de kopprijzen. Vaak is dat niet meer dan een handjevol duiven.

Ga maar eens 5 jaar terug en tel de duiven van 2020 op je hok versus hoeveel je er dat jaar hebt gekweekt. En dan zijn die duiven die er nog zijn van 2020 ook vast niet stuk voor stuk toppers die uitstekend hebben gepresteerd of gekweekt. Kortom, het is en blijft moeilijk.

Octavit

Morgen gaan we de Franse grens over. Voor mij is het 248 km met waarschijnlijk ONO in de wind. Hier gaan 50 duiven mee. Ik startte de eerste training met 64 duiven. Enkele gingen verloren, de rest werd uitgeselecteerd.

De vliegduiven hebben nu op dinsdag, woensdag en donderdag een Octavit capsule gekregen. Dit blijf ik de rest van het vliegseizoen doen om ze top en rond te houden.

De octacosanol is ideaal voor het uithoudingsvermogen en ook de vitamines die eraan zijn toegevoegd hebben ze nodig om wekelijks top te presteren, nu het seizoen zwaarder wordt.

Mocht je deze capsules nog niet hebben, maar ze net als mij wel willen gebruiken, dan kan je ze hier bestellen.

Iedereen succes de komende vluchten. Het belangrijkste is en blijft toch het genieten van de mooie aankomsten, vroeg of niet vroeg. We kunnen immers niet elke vlucht winnend afsluiten.

octavit-nieuw

Alweer een vlucht voorbij. Tot nu toe gaat het voortreffelijk. Op de drie klokvluchten in de vereniging werd het eenmaal 1 t/m 7, eenmaal 1 t/m 14 en nu dus 1 t/m 3.

Verder eindigde ik elke week in de top 10 van de afdeling en daar doen we het natuurlijk voor. Dat het zo niet elke week zal blijven, ben ik me wel van bewust.

Tot half mei zit alles hier nog verduisterd. Voor de duivinnen maakt dat niet uit, voor de doffers wel, is mijn ervaring.

Mijn hok is op zijn best met dit type weer. Alles staat dagelijks helemaal open en met zulk droog weer zijn de duiven dan op hun best.

Op dit moment springt er een handjevol bovenuit, dit waren vorig jaar ook de betere jonge duiven. Helaas zijn mijn drie beste jonge duiven van vorig jaar al uitgeschakeld door de roofvogel.

Hier nu dus acht overjarige duiven en de rest jaarlingen. Elke week bleef er al één achter, dus dat ruimt vanzelf op. Ik ben nooit slechter gaan spelen van minder duiven in het hok.

Vroeger begon ik met 80 jongen. Na vijf vluchten selecteerde ik de helft al uit en rolde ik met de overgebleven jongen de NPO-vluchten op. Dat waren toen nog de echte NPO-vluchten, tussen de 450 en 600 km.

Het jaar erop presteerden die duiven weer als vanouds, daarom geloof ik niet in ‘kapot spelen’. De betere jongen op de laatste NPO-vluchten worden hier altijd de betere jaarlingen.

De vliegduiven zien er verder super uit, dat geldt ook voor de jongen en de kwekers. Dit dank ik grotendeels aan het toedienen van de Origanum Red, 365 dagen per jaar.

Dit weekend staat Niergnies op het programma, met zoals het er nu uitziet oostzuidoost in de wind. Dit betekent dat de westelijke hokken weer kunnen uitpakken. Hier gaan 58 duiven mee. Elke week vallen er een paar af, maar dat vind ik niet zo erg.

Met mijn rug ging het even wat beter, maar inmiddels heb ik een terugval. Gelukkig kan ik nog wel zelf de duiven verzorgen.

De jonge duiven doen het goed. Ze vliegen af en aan en zijn reeds gevaccineerd met rota/PMV. Zodra ik ze weer goed kan pakken worden ze gevaccineerd met Colombovac. Ik wil ze dan ook gelijk met het borsteltje voor pokken enten. Eind mei volgt nog de paratyfusenting en that’s it.

Binnenkort gaan de hokken de gehele dag open, nu is dat maar voor enkele uren. Ze kunnen dan de gehele dag naar buiten en meetrekken met overkomende duiven, mochten ze dat willen.

Ik speen de jongen gewoon bij, die hebben dan nog nooit één korrel voer gezien, omdat de kwekers altijd op de vloer in de voerbak worden gevoerd. Toch pikken ze snel met de rest mee en weten ze snel de drinkgoot te vinden. Het komt zelden voor dat ik er één in de drinkgoot moet stoppen.

Wij vlogen dit weekend Quiévrain met een oostzuidoostenwind. Normaal is het dan aan de westelijk gelegen hokken om uit te halen, maar als de duiven in orde zijn, zijn er hier ook heus kansen.

Zo had ik in 2023 superduif Olympic Dragon. Hoe de wind ook stond, op welke afstand dan ook, ze kwam altijd recht uit de goede richting en vloog zelden buiten de top 15 van de afdeling. Ze nam altijd haar eigen weg en liet zich niet afduwen.

Van Quiévrain kreeg ik er nu acht tegelijk uit het westen. Ze sukkelden eerst wat, maar toen de eerste besloot te vallen, resulteerde dat in de eerste veertien prijzen in de vereniging tegen 811 duiven. Zoals bij iedereen waren het hoofdzakelijk duivinnen. Had ik alleen die gespeeld, dan zaten ze haast allemaal in de prijzen.

Ik kies echter al 20 jaar voor totaal weduwschap. Hierdoor hoef ik minder duiven door te houden dan bij het traditionele weduwschap, waar je ook de partners van die doffers en duivinnen onderdak moet geven.

Mijn doffers presteren de laatste jaren wel wat beter op de dagfond. Zou ik nooit met doffers spelen, dan had ik een kweekhok zonder ervaren vliegdoffers. Juist de doffers die super zijn in het totale weduwschapsspel worden hier later vaak goede kwekers.

Tegen de wind valt amper te spelen, zagen we aan de oostelijk gelegen hokken. Zelf lig ik vrij centraal, dus nooit heel slecht maar ook nooit goed. Woon je aan de kant van een afdeling, dan kun je concoursen in groot verband winnen wanneer de wind hoofdzakelijk oost of west is.

Zelf heb ik hiervoor een noorden- of zuidenwind nodig, maar die komen zelden voor. De meeste NPO-overwinningen behaalde ik met noord erin, zowel noordoost als noordwest.

Ik hou mezelf al jarenlang aan hetzelfde verzorgingssysteem met de eigen producten. Hierdoor mis ik mijn start zelden. Maar zoals gezegd, een voorjaar als dit – met vaak een noordoostenwind – heeft zeker mijn voorkeur.

De kunst is niet zozeer om aan de top te komen, maar om daar te blijven. Wie nu met verwarming in de hokken zit en alles potdicht heeft, zal de komende weken steeds slechter gaan spelen. Idem voor de liefhebbers die het nodig vinden om al stevig met medicatie te werken bij thuiskomst. Bij één nacht mand lijken duiven elkaar nog niet echt te besmetten.

Hier krijgen ze bij thuiskomst Prestavit en Origanum Red over de NPO-mix en een eetlepel mineralenpoeder van dr. Mariën over een halve kg uit onze mineralenemmer. Zolang de mest in de avond goed is met dons erop in de ochtend, is er niets aan de hand.

De roofvogel jaagt hier nog steeds aan de stofafdrukken op de ramen van het huis te zien. Tellen doe ik ze niet en binnenhouden ook niet. Wat weg is, is pech. Ze moeten er maar mee om zien te gaan, het is tenslotte niet anders.

Ook mijn drie beste oude duiven van vorig jaar heeft hij uitgeschakeld, zij kampen met vleugelproblemen. Ze kunnen nog wel een paar rondjes meetrainen, maar laten bij het landen hun vleugel hangen. Dit betekent einde verhaal voor de sport, maar je kan hier natuurlijk nog wel prima van kweken.

Zo heb ik ook één doffer zonder broekpennen als gevolg van een aanval en één die hierdoor tegen de draad vloog. Ook daarvan heb ik de chipringen verwijderd. Zulke duiven blijven immers met schrik vliegen. Ze kunnen nog wel prijzen winnen, maar zelden topprijzen.

Ad Schaerlaeckens schreef het onlangs in De Duif; samen hebben we heel veel duiven, maar slechts enkele daarvan zijn goede en slechts sporadisch tref je een superduif. Hier sluit ik mij bij aan.