Goed weer voor de kweek

De buitentemperaturen zijn hoog op dit moment. De duiven moeten normaal gezien snel leggen als ze in orde zijn. Hier zijn de voornaamste koppels — een stuk of tien — verlegd.

Kwaliteit boven aantallen

Zoals gezegd gaat het me niet zozeer om aantallen, maar wel om kwaliteit. Ik wil duiven die kop kunnen spelen in de afdeling; aan prijsvliegers heb ik niets. Afgelopen jaar begon ik van de 23 vluchten 15 keer in de top 10 van de afdeling. Of het nu vitesse, midfond, dagfond of jonge duiven betreft: allrounders, daar gaat het om. Ook bij mijn overbuurman zijn er heel wat top 10 NPO-prijzen behaald, voornamelijk met onze soort duiven.

Hokken die met meer dan 100 duiven spelen en niet eens top 15 draaien in de afdeling, moeten zeker harder selecteren. Zoals gezegd moeten ze als jong al per honderdtal kunnen spelen, anders zie ik er geen heil in. Een enkeling daargelaten, maar die moet me dan wel erg snel overtuigen in het nieuwe jaar.

Papieren tijgers — broer of zus van — daar ben ik niets mee. Laat staan al die hypeduiven die niets bewezen hebben. Er zijn hokken die vliegen als een krant, maar men koopt enkele kleur- of naamduiven, kleedt de stamkaart goed aan en dan cashen maar. Geld is bij zulke hokken een grotere drijfveer dan goed vliegen met duiven. Hier is zelf super presteren het allerbelangrijkste.

Voeding en bijproducten

We zijn er niet alleen met goede duiven; die moeten ook goed verzorgd worden. Goed voer, het liefst een heel jaar hetzelfde. Hier is dat vanzelfsprekend Champions-/NPO-mix en niet vandaag dit, morgen dat. Al die schema’s die men erop nahoudt — zelf geloof ik daar niet in.

Wel geloof ik in bepaalde bijproducten: Origanum Red, Prestavit, Octavit. Als ik niets zag in de eigen ontwikkelde bijproducten, gaf ik ze ook zeker niet. Zo geef ik naast de eigen producten ook de roze poeder van Mariën, die firma De Groot voor me meebrengt. Ze krijgen dat 12 maanden per jaar, eenmaal per week op het voer.

Gezondheid en medicatie

Medicatie geef ik enkel op doktersadvies, in dit geval Jan van Wanrooij. Mocht hij stoppen bij Belgica de Weerd, dan denk ik niet dat ik nog op controle ga. Als er iets mis is, zie ik het eigenlijk zelf ook wel — de mest kunnen we opsturen. Tricho zie je redelijk snel aan de duiven. Ik heb het een en ander in huis, maar heel wat moet ik ongeopend weggooien omdat het over de datum is.

Selectie het hele jaar door

Een hok waar men stevig selecteert is eigenlijk nooit overbevolkt — en zo hoort het ook. Hokken die te vol zitten, behalen geen kopprijzen. Selectie is iets dat we het hele jaar moeten doen. Dat begint al bij het leggen van de eitjes: niet mooi gevormd of met kalkspikkels op de eischaal? Weg ermee. Eitjes die niet mooi gelijktijdig uitvallen? Weg ermee. Ik moet de eerste uitgepelde kampioen nog zien.

Bij het ringen moet je ze allebei kunnen ringen. Jongen met dunne pootjes kunnen mij niet bekoren. Je legt jongen het best met twee of zelfs drie in een schotel, liever niet alleen — vaak zie je dan buispennen. Bij het afzetten moeten ze je eigenlijk al 100% aanstaan, anders wordt het niets. Hier gaan ze al vroeg zelfstandig in hun hok, en niet zoals bij sommigen als ze de volgende dag al in de spoetnik vliegen.

Het hele jaar op gezondheid selecteren is erg belangrijk. Zwakkere exemplaren moeten weg. Ik hou geen duif omhoog met tabletten. Ik heb ook een hekel aan duiven die niet luisteren of in de week hun energie verspelen door telkens te blijven vliegen. In het verleden had ik vaak weduwnaars die maar bleven klepperen en achter alles aangingen — zelden waren dat toppers in het weekend. Met hoerige duivinnen is ook zelden iets aan te vangen, net zo min als met die makke types die continu op je komen zitten.

Bonte duiven

Zoals gezegd kweekte ik vaak bonte duiven, sommige geheel wit — vooral uit de lijn van de Witbuik. De Oude Witbuik van 1997 kwam uit twee zo goed als witte duiven en was zelf blauw. Toch ben ik zelden goed gevaren met bonte duiven. Ook in China lijken ze die niet graag te willen.