Topduiven

Bezoek aan GPS

Gisteren was ik nog even bij GPS om de duiven voor de Pearls of the Sky op de foto te laten zetten. Ik had ook Olympic Jan in handen — de beste jonge duif van Nederland dit jaar én 1e Olympiadeduif. Wat een topper gaat dat worden op de kweek! Met Lex heb ik meteen maar afgesproken om daar in het voorjaar samenkweek mee te doen.

Resultaten uit bewezen lijnen

Die mannen hebben een superseizoen achter de rug, maar er staat dan ook een topteam van verzorgers achter. Ik had ook enkele van de eigen duiven in handen die Lex hier haalde. Van de acht duiven die hij een paar jaar geleden meenam, hebben er inmiddels zes top 10 NPO-winnaars voortgebracht. Dat zie je zelden — maar het waren dan ook duiven uit de allerbeste lijnen, net als de vier jongen die op de Pearls of the Sky-veiling komen.

De kracht van live beoordelen

Dit jaar komen er trouwens jongen op die veiling van heel wat sterke toppers uit Nederland en België, dus dat belooft wat. Een zaalveiling heeft toch iets speciaals: je kunt de duiven live beoordelen. Ze kunnen uit een topkoppel komen en van een goed hok zijn, maar in de hand kunnen ze tegenvallen of niet bij je eigen duiven passen.

Leeftijd, selectie en kweekstrategie

Goede komen uit goede — dat schreef ik al vaker. De leeftijd van de ouders maakt daarbij niets uit. Ik heb vaker uit duiven van tien jaar en ouder een topper gekweekt. Kijk maar eens naar de stambomen van Bas Verkerk: ook daar komen uit de oude toppers nog regelmatig goede voort.

Zo deed ik samenkweek met Eijerkamp: Olympic Jozef x Dragon Girl, moeder van Olympic Dragon. Uit die koppeling kwam Dragon Jozef voort, inmiddels vader van zes verschillende top 10 NPO-winnaars hier.

Ik heb meerdere duiven gehad die het eerste jaar niets gaven en pas daarna begonnen te kweken. Dat zie je vooral bij duiven waarmee gevlogen is — die geven vaak pas in hun tweede kweekjaar echt goede jongen. Ook niet alle zomerjongen geven het eerste jaar meteen goede jongen. Je kunt dan beter een zomerjong uit zomerjongen koppelen aan een bewezen vlieger, en niet aan een ander zomerjong uit zomerjongen.

Ik werk vaak met korte inteelt. Sommige duiven worden gewoon gevlogen, andere gaan een jaar bij Jan in de ren en worden dan op de hand geselecteerd. Die jongen kruis ik vervolgens weer uit — en daar ben ik vaak goed mee geweest. Zo houd je de oude lijnen toch in stand.

Samenwerking over de grens

Een lezer merkte op dat ik opvallend goed slaag met de Verkerk-duiven. Mijn Chinese vriend koopt daar jaarlijks enkele uit de allerbeste. Voor mij zijn die niet te betalen, maar ik mag wel een jaar kweken uit degene die me bevallen. We hebben de afspraak dat degene die me niet aanstaan, meteen naar China gaan. Niet alles kweekt of past bij mijn eigen duiven. Daar zet ik dan wel bewezen kweekduiven van mezelf tegen, dus ik wil wel dat ze me écht goed aanstaan.

De helft van die samenkweekkoppelingen verhuist vervolgens naar mijn Chinese vriend. Als ik met die jongen gespeeld heb, weet hij snel welke wel en niet kweken. Dan kan hij daar meteen zijn beste duiven tegen zetten — dat scheelt hem een paar testjaren en voorkomt dat hij zijn beste duiven koppelt aan iets dat niet blijkt te kweken.

Win-win en de Chinese aanpak

Een echte win-winsituatie: ik mag kweken uit duiven die voor mij financieel niet haalbaar zijn, en hij weet snel wat erin zit — omdat ik het er zeker uit weet te halen.

In China draait alles om jonge duiven. Daar willen ze kweekduiven die meteen goede jongen geven, omdat ze die als oude niet meer spelen. Overigens kweken ze daar ook erg goed met teruggekochte duiven die het goed deden op de One Loft Races, gekoppeld aan een geïmporteerde duif.