29 jan Ergernis of niet
De vliegduiven maken er een potje van. Regelmatig vliegt er één verkeerd met kapotte eitjes als gevolg. Hier zijn afgelopen jaar alle bakken vernieuwd door mestbanden om mijn rug wat te ontzien. Ook bestaat het hok haast enkel uit onervaren jaarlingen.
Toch zijn het meer de duivinnen die verkeerd vliegen. Ze eten snel wat en in hun haast terug naar de eitjes nemen ze de verkeerde afslag. Het is vervelend, maar ook niet meer dan dat. Eind april lopen er heus genoeg rond om mee te spelen.
De eerste ronde is al enkele keren naar buiten geweest, maar zeker niet elke dag. Het waait soms stevig en dan gaan ze snel de lucht in en de verkeerde kant op. Zien ze een groep losvliegende duiven, dan vallen ze daar op het hok en ben ik ze kwijt.
Hier wordt alles van een stempel in de vleugel voorzien. Worden die gevangen door mensen zonder duiven, dan krijg ik wel eens bericht. Komen ze bij liefhebbers uit de omgeving terecht, dan hoor ik er zelden wat van. Ook hier doe je niets aan. Gewoon zorgen dat je er genoeg kweekt.
Het is zo weer Lichtmis. Vroeger werd dan pas gekoppeld, toch zeker de weduwnaars. Ook die jongen zijn dan oud genoeg om te spelen. Sterker nog, mijn beste jongen op de NPO-vluchten begin september waren haast altijd degene die medio maart werden geboren. Maar goed, toen vlogen we tot eind september, nu stoppen we haast een maand eerder.
Ondanks dat men weet te vertellen dat er in augustus, september en oktober geen jongen worden verspeeld – al zeggen de taartvliegers van wel – stopt men steeds eerder.
Hier worden alle jonge duiven tot eind juni verduisterd en daarna bijgelicht. Het is een zeldzaamheid dat ik in januari nog duiven heb die een pen moeten ruien.