06 jan De vliegers zitten bijeen
Volop drukte momenteel. De jongen in het kweekhok groeien stevig. De mest is super, de dagelijkse Origanum Red en tweemaal per week Prestavit doen prima hun werk daar.
De vliegduiven zitten met 28 koppels in een hok, waarvan 50 jaarlingen. Het is nog even wat werk om de duivinnen in de juiste bak te laten vliegen. De doffers hebben inmiddels wel een vaste bak.
Het koppelen ging vanzelf. Ik heb ze in de avond bijeengezet en de dag erna tot de avond donker gehouden. Geen onnodige vechtpartijen of kapot gepikte duivinnen die de rest van het seizoen onnodig met stress zitten, dus. De duiven hadden allen hun laatste pen gewisseld en zijn dus in orde, daar hoef ik geen dierenarts voor te zijn.
Inmiddels hebben we (hopelijk) ook weer wat versterking aangekocht, met nog enkele duiven op het oog. Geen idee of we hier beter van gaan worden, maar als je het niet probeert weet je zeker dat je geen vooruitgang boekt.
Duiven die je bijhaalt voor de kweek moeten perfect zijn, vind ik. Zacht gepluimd, lekker in de hand liggend en een oog dat vast in hun kop staat.
Ik ben huiverig voor duiven met een zwakke rug, evenals hele grote diepe duiven en hele kleine duivinnen. In het verleden heb ik namelijk heel wat duiven gehaald bij snelheidsspelers die alleen Quiévrain vlogen. Vaak waren die niet zo mooi gepluimd en hadden die geen sterke rug. Boven de 300 km raakte ik ze steevast kwijt.
Zo pakte ik deze week de duivinnen in de donkerte uit het hok, dan kun je al voelen welke je beste zijn. Dit waren toevallig ook de betere jongen van afgelopen jaar. Zo kun je ook de jongen nog voor de vluchten beginnen al prima selecteren, mits je de eigen duiven kent. Vroeger deed ik niet anders.
Ik betrapte mezelf erop dat ik de laatste jaren wat milder ben geworden. De duiven waar ik voor de eerste wedvluchten niets in zag, presteerden achteraf gezien ook niet. Misschien moet ik dus toch weer terug naar de selectiemethode van vroeger.
Bij de oude duiven selecteer ik al na vijf vluchten duiven uit als mijn geloof hierin weg is. Op de mooie mid- en dagfondconcoursen wil je enkel met je beste duiven spelen, niet met testduiven. Je hoeft er ook geen massa mee te geven in de hoop enkele vroege te kunnen pakken. Als je met enkele goede komt, kan je even goed top 10 NPO spelen.
Bij de jonge duiven zet ik mijn kansen toch weer op de laatste vijf vluchten, dat wil zeggen lang genoeg verduisteren om de topconditie tegen te houden. Verder de eerste vijf vluchten niet tussen de vluchten in rijden en laat scheiden.
Voor de nationale Asduiven kun je dit beter niet doen, want dan moet je vanaf het begin top presteren. Maar goed, dat geef je vaak weer toe op de laatste mooie NPO-vluchten. Ook hier is het dus een kwestie van keuzes maken.
Zo gok ik met de oude duiven altijd op de maanden juni en juli. Ook dan moet je lang genoeg verduisteren om de topconditie te sturen. En ja, dan moet je er in april en mei weer niet teveel van verwachten.
Mijn duiven zijn allround. Zij die in het begin vroeg spelen, doen dat vaak ook op de zwaardere dagfondvluchten. Dit is een kwestie van selecteren. Je krijgt waarnaar je selecteert. Hiermee ben ik in de jaren ’90 begonnen. Mijn doel was om een stam te creëren die op alle vluchten vroeg kan spelen. Er schieten dan enkele duiven over en dat is haast altijd familie van elkaar.
Vandaar dat ik elk jaar wat nieuwe duiven inbreng. Kweek ik daar één topper uit en tien afvallers, dan houd ik de topper en gaan de afvallers plus aankoop weg. Dit is een kwestie van de huidige stam niet vervuilen. We kweken immers al genoeg afvallers.
Nieuwe aanwas moet hier met meerdere duiven iets goeds kunnen voortbrengen, anders is het geen verbetering. Ze krijgen daar tegenwoordig 2 jaar de kans voor, want sommige duiven moeten eerst acclimatiseren (hoewel mijn allerbeste aankopen gelijk het eerste jaar goede gaven!).