Toekomst!

Ik heb respect voor ons nieuwe afdelingsbestuur. Zij zouden niet aan de jonge duivenvluchten sleutelen en houden zich hier tot op heden aan.

We hebben dit jaar meermaals op zondag gevlogen en vroeger betekende dit altijd dat ze dichterbij huis kwamen. Nu blijven ze echter staan, zoals het hoort.

Aanstaande zaterdag gaan de jonge duiven voor het eerst naar 450 km met vooralsnog, jawel, een zuidwestenwind.

Puntentelling

Met Winning Daisy werd ik 1e Asduif dagfond in Brabant 2000. Je zou verwachten dat ze dan bij de eerste 11 nationale kampioenen staat, er zijn tenslotte maar 11 afdelingen. Ze staat daar echter op de 20e plaats. Dit bevestigt wat ik al zo vaak heb geschreven; die puntentelling klopt voor geen meter.

Enkele jaren terug werd ik met Pure Gold 1e Asduif jong in Brabant 2000. Bij de nationale kampioenschappen stond ze niet eens bij de eerste 50! Ik ging eens navraag doen en toen werd ze plots 1e Asduif WHZB. Had ik niet gebeld, dan stond ik dus met lege handen…

In onze afdeling zitten niet veel duiven, datzelfde geldt voor Zeeland, Oost-Brabant en Limburg. Laten ze de aantallen duiven en alle vluchten in de puntentelling meetellen, zoals bij de PIPA Rankings, dan staan wij nergens. Ik zou zeggen afknotten op 750 deelnemende duiven in de rayons of 1.500 in de afdelingen en bij iedereen evenveel vluchten laten tellen. Dat is veel eerlijker.

Toekomst

We moeten met zijn allen gaan nadenken over de toekomst van de duivensport en eigenbelangen dienen daarbij aan de kant te worden geschoven.

Links en rechts hoor ik dat het in veel verenigingen rommelt, ook in die van ons. We hebben elkaar juist allemaal nodig, dus waarom de ander het leven zuur maken en een vereniging saboteren, zou je denken. De sport staat er al niet zo best voor, laten wij liefhebbers vooral niet aan onze eigen ondergang meewerken.

We zien inmiddels heuse duivenfabrieken ontstaan in Nederland en België. Toegegeven, ik speel ook met veel jonge duiven, maar zoals eerder vermeld zou ik er prima mee kunnen leven als er maar 60 oude en 80 jonge duiven op de uitslag mogen. De rest gaat dan gewoon als invliegduif mee, zonder ergens voor te tellen.

Wil je de kleinere liefhebbers – oftewel 90% van de groep – aan boord houden, dan moet men voor aanvang van de eerste wedvlucht een vlieglijst laten inleveren met daarop max. 60 oude en 80 jonge duiven waarmee men dat jaar mag concoursen. Zo kan men op de opbouwvluchten zoveel duiven spelen als men wil, maar zodra de prijsvluchten starten, moet men een selectie maken.