It ain’t over till the fat lady sings

Hier is het lang niet zoals vorig jaar. Toen was het hele oude duivenseizoen zwaar met veel oost en noordoost in de wind. Zo maakten John van Dongen en ik grote sier in Brabant 2000 en mannen als Leideman in afd. 10. Toen de wind op de langste dag naar het westen ging en daar bleef, was Willem ongenaakbaar met de jonge duiven.

Bas is en blijft een uitzondering. Wat hij met duiven kan is onmogelijk voor ieder ander. Men kon dit ook afgelopen weekend weer zien. De hokken om hem heen zaten ook vroeg, dus ook daar waren de wind en de ligging een metgezel.

De wind is en blijft bepalend. Waait hij in het begin uit het oosten, dan blijft de trek van de duiven daar zitten. Dit zien we vooral bij de jonge duiven. Andersom is natuurlijk ook het geval.

Zo werd ik gewezen op een stukje op een site. Enkele grote hokken zouden nu hun tol betalen voor vermeend antibioticagebruik. Wie men daarmee bedoelt weet ik niet, maar ik vind het bekrompen om zoiets te schrijven. Hield iedereen eerst zijn eigen tuintje maar eens onkruidvrij.

In Nederland en België kijk ik altijd verder dan een veredeld samenspel. Zit ik in het samenspel niet bij de eerste 15, dan is er slecht gespeeld. Vaak liggen de afstanden daar binnen de 10 km van elkaar. In Brabant heb je hokken met dezelfde afstand als mij, maar die wonen dik 30 km oostwaarts. De wind speelt dan altijd een rol.

Zaterdag pakte ik een erg vroege duif, die kwam al uit het oosten. Hier zaten zoals verwacht 11 hokken voor, die geheel oostwaarts wonen. Daar is niets mis mee, zo was het in de vroegere ZNB ook. Het ene jaar meer oosten, het andere meer westen. Toch kan men beter afdelingen samen lossen om een betere spreiding van de duiven te krijgen. Zit men nu op de rand, dan kan er met een gunstige wind worden uitgepakt.

Superduiven in topconditie lijken zich daar echter weinig van aan te trekken, maar hoeveel bezitten we er daar van… Zelf had ik Super Rossi, Olympic Millennium en Olympic Dragon. Zij waren er altijd, hoe de wind ook stond.

Super Rossi en Olympic Millennium kweken inmiddels in vijf generaties goede duiven en dat kan alleen met duiven die over een goede basisgezondheid beschikken en zeker niet met duiven waar veel aan geprutst is.

Dit jaar lijkt een ommezwaai van vorig jaar, toen alles meezat. Veel duiven zijn reeds verspeeld en dus moeten we roeien met de riemen die we hebben. In eigen vereniging (de grootste van Brabant 2000) werden er tot nu toe 8 van de 11 vluchten gewonnen. Voor vele zou dat een succesjaar zijn, maar voor mij niet. We hebben nog wat vluchten te gaan alvorens het jonge duivenseizoen begint, daar probeer ik het beste van te maken.