Keuzes

Zaterdag de eerste dagfond vlucht, die op ons vliegprogramma wordt aangeduid als een Brabant 2000 concours, oftewel een NPO-vlucht. Ik geef er 14 mee.

De duiven verkeren nog niet in topconditie. Ik won op één vlucht na weliswaar elke week de 1e prijs in de vereniging tegen gemiddeld 1.000 duiven, maar één vroege duif zegt niets over de conditie van het hele team.

De rest van de vliegploeg – die al flink is uitgedund door selectie en verliezen – gaat mee op Morlincourt, een vitesse loopje.

Het seizoen is nog lang genoeg. Het weer slaat heus een keer om en dan kunnen de duiven alsnog in conditie geraken. Natuurlijk kan je ook naar de dierenarts gaan, dat deed ik ook ter controle, maar zolang ze niets mankeren is elke blinde kuur funest.

Jonge duiven

Met de jonge duiven gaat het goed, ook die moeten elke keer voor de buien worden weggebracht. Er gaan geen dagen voorbij zonder neerslag. Hebben de jongen het een keer moeilijk, dan moeten ze haast altijd in de regen huiswaarts keren.

Vanmorgen werden ze ook weer weggebracht en kwamen ze wederom in kleine groepjes thuis, vele ook één voor één. Ik vind dat niet erg, ze moeten zich namelijk leren oriënteren. Als het elke keer gemakkelijk gaat, dan leren ze niets.

In België werden afgelopen weekend veel jongen verspeeld. Ik schreef al vaker dat men de plank finaal heeft misgeslagen met de afstandsbeperking voor jonge duiven. Die raak je namelijk alleen aan het begin van het seizoen kwijt. Datzelfde geldt voor jaarlingen die als jong te weinig ervaring hebben kunnen opdoen.

Of je nu in mei begint zoals de Belgen of in juli zoals de Hollanders; de verliezen aan het begin blijven gelijk. Verder in het seizoen verlies je amper nog duiven. Men weet dat inmiddels, zou je denken, maar dingen terugdraaien lijkt moeilijk. Eind juni starten tot de derde week van september plus drie 450+ km vluchten, dat is de enige juiste opleiding.

Dat pamperen van jonge duiven wat we de afgelopen jaren hebben gedaan, lijkt mij niet de juiste weg. Zeker niet wanneer we straks in grotere sectoren gaan spelen met een breder spelgebied.

Zo begin ik me ook te ergeren aan de vraag: “Of ze allemaal wel thuis zijn?”. Blijkbaar is dat ook een vorm van spelvreugde geworden; zien we ze allemaal thuis heeft. Het is in mijn ogen gewoon een afvalrace van begin tot eind. Start je met 100 jongen en je verliest er niet één, dan kamp je weer met een overbevolkingsprobleem.

Hoe arrogant het ook klinkt, mijn interesse is het eerste blad van de uitslag, de rest acht ik bijzaak. En dan het liefst duiven die zich per honderdtal kunnen klasseren. En dat lukt het ene jaar nu eenmaal beter dan het andere.