Eindelijk?

Komende zaterdag misschien voor het eerst boven de 400 km met de jonge duiven. Moeten we bang zijn voor de warmte? Welnee, het is een heel andere warmte nu dan in juli. De temperatuur loopt pas in de middag op en ´s avonds koelt het snel af. Rond 20.30u wordt het alweer donker.

Vroeg lossen en minder duiven in de mand, dan zullen er geen problemen zijn. Wie toch twijfelt, kan altijd nog naar de natour. Ik hoop wel dat Brabant met de voorspelde oostelijke windstroom niet gelijktijdig gaat lossen met Zeeland.

De jonge duiven kwamen dit weekend barslecht. Een lange concoursduur en dat van amper 245 km. Ze kwamen in bewolkt weer thuis. Onze vereniging pakte op afdelingsniveau erg slecht, terwijl andere verenigingen juist ver boven hun normale niveau uitstaken. Dit zie je wel vaker op die korte loopjes.

Hier was het ook huilen met de pet op. Ze kwamen erg slecht en ik heb geen idee waarom. Ze zien er prima uit, daar ligt het niet aan. Vandaar dat de afstand niet altijd bepalend is, ook van dichtbij kan een vlucht slecht verlopen.

Elk jaar krijg ik een oproep om mijn bloed te laten controleren. Als je eenmaal voor je hart bent weggeweest, plaatsen ze je op een jaarlijks lijstje. Dat is maar goed ook, natuurlijk.

Wat ook jaarlijks terugkeert, is de dopingcontrole op mijn hok. Ook een goede zaak, maar het verandert niets aan het beeld dat een bepaalde groep liefhebbers van je heeft. Zij blijven je beschuldigen, ondanks alle negatieve uitslagen op controles. “Hij zal wel iets gebruiken wat je niet kunt vinden”, of “Hij gebruikt een maskeringsmiddel”, ik heb alles al eens gehoord.

Dat ik mezelf al tientallen jaren fanatiek inzet en enkel op zoek ben naar de allerbeste duiven, daar heeft het niets mee te maken. Ik heb nooit één superduif verkocht, maar ook daar wil de groepering niets van weten. Men wil of kan het zelf niet opbrengen, dat is het probleem.

Mijn beste stamkwekers die nog altijd in alle lijnen terug te vinden zijn, kocht ik ooit voor 75 gulden per stuk. Geluk? Hmm, nee. Ik moest daar wel degelijk zelf naar op zoek, uitslagen bestuderen, etc. Ze kwamen me niet aanwaaien en daartegenover staat dat ik ook veel dure miskopen heb gedaan.

Onlangs las ik dat André Roodhooft zijn nationale winnaar op een geschonken bon had gekocht, ook dat is mogelijk. De meeste bonnen in verenigingen of late jongen gaan voor een habbekrats weg en zelfs dan houdt die groepering de handen onder tafel of durft men tijdens het bieden niet aan de neus te krabben. “Een goede moet je krijgen”, zeggen zij dan.