Weer een waaier verder

Gelukkig konden we gisterochtend lossen en waren de meeste duiven rond de middag weer thuis. Zoals gewoonlijk konden we naar het noorden kijken. De oude duiven kwamen daar eerder die dag erg schrikachtig vandaan en bleven lang vliegen.

Dit beloofde wat voor de jonge duiven. De stoel stond nog richting het noorden en jawel, daar kwam een kladje van tien hoog terug met een stevige snelheid en ook die bleven te lang vliegen, voordat ze vielen. Dat ik daarmee alsnog de 1e t/m 7e prijs in de afdeling won, had ik dus zeker niet verwacht.

Ik heb niets met deze snelheden. Onbegrijpelijk dat de bestuursleden van onze afdeling het jonge duivenprogramma alsnog te zwaar vinden. Geen idee onder welke steen zij hebben gelegen, maar de duiven hebben tot nu toe elke week de wind in de rug gehad. Waarom ze dan alsnog blijven inkorten, snap ik echt niet.

Ze hebben het jonge duivenseizoen inmiddels verziekt en de leden zijn dan ook erg boos. Er worden momenteel meerdere vergaderingen in het leven geroepen om het huidige bestuur te lozen of om ze op andere gedachten te brengen.

Van hogerhand grijpt niemand in en dat snap ik ook niet. Als men wegens het weer moet afwijken van het vliegprogramma, dan mag er plots niet op vrijdag worden gelost wegens een regeltje uit een ALV, of men kan zogezegd niet lossen wegens ‘geen losvergunning of chauffeurs’. Is het beter om wel van het programma af te wijken, bijvoorbeeld om de leden nog iets van spelvreugde te gunnen, dan is het vliegprogramma ineens wel heilig.

Natuurlijk ben ik zelf ook kritisch, maar wat wil je als er elk jaar van het jonge duivenprogramma wordt afgeweken? We vliegen hier alleen nog kermiskoersen. Net als ieder ander lid ben ik 9 maanden per jaar bezig om de jonge duiven gezond te houden en ze gedegen op te leiden. In ruil daarvoor wil je ze fatsoenlijk kunnen testen op de vluchten. Anders had ik me al die moeite wel bespaard en was ik net als de overnachtjongens in maart gaan kweken, niet verduisteren en uiteindelijk de natour spelen met kale jongen waar geen veer meer in staat.