Bevreemding

Gisteren sprak ik een Belgische topliefhebber, dat ging als volgt.

“Welke vlucht hebben jullie gespeeld?”, vroeg hij.

“Een vluchtje van 142 km”, zei ik.

“Waarom doe jij aan zulke korte afstanden mee, dat is toch niets voor jou?”

“Nee, maar dit was de maximale afstand. Normaal zouden we 350 km spelen, maar we zijn nog niet verder gekomen dan 289 km.”

“Waarom willen jullie je jonge duiven geen ervaring op laten doen?”

“De liefhebbers willen dit wel, maar de beleidsbepalers denken hier anders over.”

“Weten zij dan niet dat het al 20 augustus is en het seizoen bijna voorbij is?”

“Jawel, maar dat interesseert ze blijkbaar niet.”

“Grijpt er dan niemand in van hogerhand?”

“Van hogerhand stond men toe tot 300 km te concoursen, maar de afdelingen kijken enkel naar hun eigen gemak en wat hun de meeste euro’s oplevert.”

“Het bestuur is er toch juist voor de leden? Ik kan me niet indenken dat mensen 8 maanden met hun jonge duiven bezig zijn en ze alle dagen trainen en gezond houden, om ze vervolgens niet te kunnen testen?”

“Welkom in Nederland. Wees blij dat je in België speelt. Binnen enkele jaren zullen wij daar ook naartoe moeten als er in Nederland geen spel meer is.”

“Nou, dan begrijp ik jouw frustratie in je blogs wel. Ik zou er direct mee stoppen als dat hier in België zo ging.”

“Snap ik, daarom haken er ook ieder jaar zoveel liefhebbers af in Nederland.”