De proef op de som

Zo’n 28 graden en een oost/noordoostenwind, dit zorgde ervoor dat ik de jonge duiven vanmorgen al vroeg heb weggebracht (30 km). De gehele ploeg was voor mij thuis en zat grotendeels al binnen.

Ze werden om 07.00u gelost, er zat voldoende zuurstof in de lucht en de wind waaide nog niet zo hard. Ik stond op een westelijke losplaats, dus ze hadden wind op kop.

Maar goed, je kan ze 10x wegbrengen met een fantastisch verloop en ze bij de 11e keer alsnog kwijtraken, het zegt allemaal weinig. Mij zal je straks echter niet horen klagen dat ik ze niet heb kunnen opleren. Hier zijn ze al 10x weggeweest, in principe zijn ze er al klaar voor.

Je moet je wekker vroeg zetten, dat klopt, maar dat heb ik er graag voor over. Ik zou de jonge duiven met deze temperaturen niet meer na 09.00u lossen, dat lijkt me onverstandig.

De desbetreffende losplaats hangt vol draden, vandaar dat ze er mand voor mand uit gaan. Op de terugweg hangen ook veel draden. Dit is niet ideaal, maar de autoroute daarentegen wel. Ik ben hooguit een uur weg, omdat het verkeer richting Zeeland meevalt en ik kort na de afrit kan lossen.

Vroeger loste ik in Sint-Job, maar wegens de verkeersdrukte richting België en terug doe ik dat niet meer. Zoals gezegd ga ik nooit verder dan 30 km. Een domme duif kan je niet slimmer maken, ook niet door ‘m vaak en/of ver weg te brengen. Althans, zo denk ik erover.