De focus kan erop

De vliegduiven hebben een nachtje samengezeten. Ik was eerst van plan om ze een middagje bijeen te laten, maar zo kan ik ze mooi opsluiten en ‘s ochtends makkelijk pakken als ze in de bakken zitten. Ik ben niet zo soepel meer, dus ik pak de duiven alleen nog na het donker maken van het hok en het liefst zo weinig mogelijk.

Bij de jonge duiven maak ik het hok ook donker als ik ze ga inkorven. Wat als eerst uit de mand wordt gehaald, staat ook als eerste getekende en verder. Het aangewezen kampioenschap is niet aan mij besteed, daar houd ik me dus ook niet mee bezig.

Ik wil 1e prijzen winnen en zoveel mogelijk vroege duiven pakken, vandaar dat ik een voorstander ben van het onaangewezen deel. De eerste uit de klok zoals het vroeger ging, gaat natuurlijk nergens om. Heb ik er 100 mee, dan telt het gemiddelde van mijn eerste 10 aangekomen duiven.

Veel liefhebbers willen dat er maar 10 tellen voor het onaangewezen kampioenschap, maar dan ga je ook daar een verkapt aangewezen kampioenschap van maken. Eerlijk krijgen we het toch nooit en iedereen tevreden houden lukt ook niet altijd.

Met de huidige spelregels is het überhaupt niet meer duidelijk wie de beste duiven heeft. Het lijkt er steeds meer op dat dit degene is die in het samenspel met de minste concurrentie speelt.

Ik ben nog steeds voorstander van bijvoorbeeld 100 wedstrijdringen uitgeven van een bepaalde kleur, waarvan elke liefhebber er hooguit 10 kan overschrijven van een ander hok. Deze ringen zijn niet overdraagbaar en men mag zoveel ringen bestellen als men wil, maar dat zijn dan handelsringen en die mogen niet aan het spel meedoen.

We zullen kleinere concoursen krijgen, maar wel op een eerlijkere manier en zoals gezegd alle kampioenschapspunten uit de afdelingen. Daarnaast het verenigingsspel met een A- en B-lijst en de rest ertussenuit. Al die versnippering is niet meer van deze tijd en er is ook geen geld meer om al die samenspelen overeind te houden.