Kampioenschappen

De prijsuitreikingen starten weer, maar eerst rollen de kampioenschappen binnen. Het zijn er weer een heleboel, ondanks dat het samenspel en het rayon zijn weggevallen wat kampioenschappen betreft.

Zo werd ik onder andere 1e gouden afdelingskampioen bij de FZN, 1e in de Fondspiegel categorie 3 en 2e beste liefhebber van Nederland. Kampioenschappen boeien me weinig, de omgang met duiven en 1e prijzen winnen des te meer.

Met al die kampioenschappen komen ook de bonnenaanvragen per mail en telefoon. Ik houd de duiven voor mezelf, dus ik schenk elk jaar vijf bonnen aan doelen die ik zelf bepaal. Organisaties of verenigingen die een jaar eerder een bon hebben gekregen, krijgen die de opvolgende jaren niet.

De organisatoren van bonnenveilingen moeten zich ook beseffen wat een last het met zich meebrengt. Mensen komen om een bon en zitten er 3 uur later vaak nog. In mijn aardbeientijd was ik alleen op zondagmiddag vrij. Ik schonk toen meer bonnen dan nu en zat elke vrije middag met duivenmensen over de vloer. Dat wordt je met een jong gezin niet altijd in dank afgenomen.

Daarbij hoor je vaak niet eens wie je bon gekocht heeft, dus moet je iedereen maar op zijn blauwe ogen geloven. Niet iedereen brengt zijn gekochte bon mee. Ik had bonnenkopers die begin januari belden: “Wanneer kan ik ze halen?”, en afgelopen jaar zelfs één die eind september belde.

Daarbij is de wereld veranderd. Er wordt steeds meer ingebroken, vandaar dat ik zelden van huis ga. Mocht ik al weg gaan, dan zijn er altijd andere mensen aanwezig in en rondom huis. Vandaar dat ik nooit onbekende mensen bij de hokken laat of duiven laat zien.

Onaangekondigd aanbellen om duiven te keuren of te zien gaat hier ook niet. Ik zie zelf al niet wat een goede of slechte duif in de hand is, laat staan dat een ander dat wel kan. En andermans goedkeuring heb ik eveneens niet nodig.