Laat lossen is de problemen opzoeken

In Brabant 2000 zijn veel jonge duiven achtergebleven, wat deels te wijten is aan de veel te late lossing. Men verschuilt zich daarvoor achter de smoes: “We mochten niet lossen”. Waarom de andere afdelingen wel, vraag ik me dan af.

Ook in andere afdelingen – vooral Afdeling 8 schijnbaar – zijn een hoop jonge duiven weg. En inderdaad, daar zaten ook wel wat vroege lossingen tussen.

Het is niet bevorderlijk dat er vanaf het begin oude duiven meegegeven mogen worden. Ik schreef vorig jaar al dat zij de ploeg onervaren jonge duiven helemaal uiteenrukken.

In Oost-Brabant vloog men op zondag de eerste vluchten. Hun verloop was zoals het hoort en werd gedomineerd door Henri van Doorn en Richard van de Haterd in hun afdeling, en daar hoefden ze echt geen 200 of meer duiven voor in te manden.

Het voordeel voor die mannen in Oost-Brabant was enerzijds de vroege lossing, anderzijds dat er bijna geen duiven in de lucht hingen die Nederland in moeten. Daarom vanzelfsprekend minder verliezen.

Een andere jongen mailde mij het onderstaande, hun duiven werden ook laat gelost:

Hallo Peter,

Hier hetzelfde verhaal zuidwest lost in geel de jonge duiven om 8.15. Met een prima verloop.

Wij staan 25 km oostelijker en moeten wachten op inversie worden gelost om half 10. 50 tot 75 procent van de jongen zijn weg. Hier nu 30 terug van de 81. En ze zijn zeker 15 keer weggeweest 1 voor 1 gelost +/- 30 km.

Kortom, waarom luistert men nog naar die lossingsadviezen als dat elk jaar fout gaat? Daarbij kunnen we inmiddels wel vaststellen dat er nu nog veel meer jongen worden verspeeld dan wanneer hun seizoen in juni begint. Die onderbouwing van destijds was dus op niets gebaseerd.