De wind in de zeilen

Met deze stormen kunnen onze jonge duiven niet naar buiten en dus maak ik van de gelegenheid gebruik om ze alvast enkele dagen aan de mand te laten wennen. Zo zijn ze bij het opleren straks minder snel gestrest.

De oude duiven zijn niet meer los geweest nadat een jaarling duivin werd gegrepen. Die duiven zitten nu met jongen van zo’n tien dagen. De doffers lijken opnieuw te gaan drijven, dus het is onverstandig om de boel nu los te laten.

Ondanks corona zijn er dit najaar best wat bezoekers geweest. Wat opviel was dat ze allen hoopten duiven te mogen hanteren. Ik begin daar niet aan en zie daar ook geen voordelen in. Ik weet zelf wat ze hebben gepresteerd en heb daarvoor de bevestiging van anderen niet nodig.

De slechtste spelers hebben vaak de meeste kennis van duiven en willen mij vervolgens uitleggen wat ik moeten veranderen, terwijl ze zelf geen prijs gevlogen krijgen. Zo is dat ook met het beoordelen van duiven, ze weten exact hoe een topduif eruit moet zien. Wat moet het voor hun makkelijk zijn om topduiven bij te halen, denk ik dan.

Ik zie niets speciaals aan mijn duiven. De mindere zien er hetzelfde uit als de betere, anders had ik ze niet doorgehouden. Zo ben ik met dezelfde duiven meermaals 1e provinciaal hok snelheid, mid- en dagfond geworden. Dat zou eigenlijk niet moeten kunnen tegen hokken die alleen over snelheidsduiven of dagfondduiven beschikken, toch?

Nee, de mand bepaalt hier gewoon wie er mag blijven en wie niet. Daarbij moeten ze het op alle afstanden laten zien.