Het seizoen lijkt te beginnen

Elke dag ontvang ik mails met allerlei vragen en vaak ook over bonnen. Waar mogelijk help ik een ieder graag, maar bonnen schenk ik zo goed als niet.

Ik begrijp dat het barre tijden zijn, maar als een vereniging in zwaar weer verkeert vind ik niet dat men van één of enkele leden kan verwachten dat die dan maar een bon schenken. Verhoog gewoon voor alle leden de contributie, dan draagt iedereen evenredig zijn of haar steentje bij.

Bonnen schenken is leuk en aardig, maar brengt ook verantwoordelijkheid en werk met zich mee. Ik heb altijd 90 uur per week gewerkt en was alleen op zondagmiddag een paar uur vrij. Men kwam dan een bon verzilveren en zat er uren later nog steeds.

Mannen als Verkerk, De Bruijn en Van Wanrooij schenken meer dan 20 bonnen per jaar en krijgen ook meer dan 100 aanvragen. Dat zijn 20 vrije middagen waarop je mensen moet ontvangen. De dank die zij voor hun weldoenerij krijgen is ook niet altijd vanzelfsprekend. Zelf houd ik het bij vijf bonnen. Ik heb in tegenstelling tot die mannen ook geen 60 kweekkoppels.

Zo werd ik ook benaderd om een column in een blad te schrijven, wat ook niet aan mij besteed is. Evenals allerlei forums, trouwens. Wie graag wil weten hoe ik over de duivensport denk en hoe ik die beoefen, kan hiervoor dagelijks op deze website terecht.

Zo kan men in De Duif de reportage van Bas Verkerk lezen over de organisatie van de duivensport. Ik kan mezelf goed in zijn antwoord vinden, maar weet nu al dat het NPO-bestuur niet open zal staan voor zijn ideeën. Net zoals die mannen regelmatig worden afgebrand op Facebook, simpelweg omdat ze hard presteren.

Het onderlinge respect tussen duivenmelkers is niet altijd groot, dat is inmiddels wel bekend. Wat de meeste echter niet willen inzien is dat het ook bij die mannen begint met een tomeloze inzet en een berg energie in de duivensport steken.

Willem is in de 70, Gerard Verkerk is 75 en Herman Calon is 82. Begin dus alsjeblieft niet over leeftijd, want ook zij zijn niet meer de jongste maar staan wel bij het krieken van de dag in het duivenhok tot laat in de avond.

Waar een wil is, is een weg, maar je moet hem wel willen vinden. Het willen winnen begint bij jezelf en niet alleen bij goede duiven. Toch zeker niet bij allerlei excuses.