Afstandsgeschiktheid

Op eigen hok doen de oude duiven alle vluchten mee, overnacht uitgezonderd. Zoals altijd selecteer ik deze vliegploeg op behaalde resultaten. De duiven zijn in de loop der jaren wat kleiner, compacter en vaster geworden.

Vroeger had je de enorm grote Heremans duiven, die kregen het vaak zwaar naarmate de afstanden langer werden. Ik heb die zelf allemaal uitgeselecteerd. Natuurlijk vind je nog wat bloedlijnen terug, vooral bij Super Rossi duiven, maar dat percentage neemt af.

Op sommige hokken zie ik duiven met een slechte eerste broekpen. Dit zijn vaak duiven die boven hun kunnen gevlogen hebben, bijvoorbeeld vitesse of midfond duiven die een zware dagfond voor de kiezen kregen. Deze duiven zijn getekend voor het leven, want die broekpen blijft slecht terugkomen.

Als je dagfond wilt spelen, heb je daar duiven voor nodig die dat aankunnen. We hebben jaarlijks vijf à zes dagfondvluchten tussen de 550 en 700 km. Tref je een jaar waarin telkens rond de 1100mpm afgewerkt moet worden – en geloof me, die jaren zijn er geregeld – dan is dat een ander paar mouwen.

Hier gaan de duiven ook op de tussenvlucht mee, zowel doffers als duivinnen. Deze tussenvluchten zijn ook vaak boven de 350 km. Duiven die dat aankunnen en pieken van april tot en met augustus, die heb ik nodig. Het is aan mij om het hen naar hun zin te maken.

Zo krijgen de duiven hier volop zuurstof, een vetrijke energiemengeling en de juiste bijproducten. Niets overdadig, maar alles in juiste proporties. Alle duiven trainen eenmaal daags. Ze vliegen wanneer de mid- en dagfond begint alleen op maandag, dinsdag en woensdag een uur.

Geloof mij als ik zeg dat allround top spelen iets heel anders is dan alleen top spelen op vitesse of midfond. Bij die duiven speelt motivatie, training en schraal voeren een grotere rol dan bij een allround speler.

Zo kan ik de duiven onmogelijk tonen. De ene helft in het hok wordt op donderdag uit het hok gehaald, de andere helft gaat de dag erna mee. Liever zag ik het anders en korfde men altijd op donderdag in, zowel mid- als dagfond. Dat scheelt in de vereniging ook een avond werk.

Kortom, het is hier geen kwestie van duiven ophitsen, schraal voeren of boosten met allerlei kuurtjes. Dat is vaak van kortdurend succes en onmogelijk vol te houden als je de duiven een zwaar programma oplegt zoals hier.

De basisgezondheid is hier het belangrijkst, ze worden dan ook regelmatig gecontroleerd. Alleen wanneer er iets gevonden wordt, grijp ik in.