28 jan Kwaliteit
Zoals we met onze voermengelingen en producten naar kwaliteit streven, doen we dat ook met de duiven. Gisteren vermeldde ik Millennium’s Winner die bij Jan gevlogen heeft en inmiddels tegen de beste kweekduiven wordt gekoppeld. Vandaag meer over Rossi’s Warior.
Rossi’s Warior is ook een succesvol kruisingsproduct tussen Rocket en Super Rossi. Haar moeder is een zus van Super Boy (1e provinciaal tegen 17.334d. Uit Super Rossi, dus). Super Boy is ook vader van de 9e nationaal Asduif. Rossi’s Warior won haar prijzen bij Jan, waaronder:
- 3e provinciaal Asduif dagfond Friesland.
- 1e Sens tegen 2.244 duiven.
- 1e Bourges tegen 1.476 duiven.
- 7e NPO Sens tegen 6.252 duiven.
- 17e NPO Bourges tegen 3.661 duiven.
- 17e NPO / provinciaal Deurne tegen 12.469 duiven.
- 22e NPO Châteauroux tegen 2.379 duiven.
- 44e NPO / provinciaal Weert tegen 12.193 duiven.
- 66e NPO Troyes tegen 7.270 duiven.
Let wel, Jan speelt 250 km verder dan mij!
Vorig jaar zat Rossi’s Warior voor het eerst op het kweekhok en gaf ze gelijk Millennium’s Warior. Deze won de 1e Morlincourt tegen 1.247 duiven en de 11e provinciaal Morlincourt tegen 11.790 duiven. Een vliegduif om in de gaten te houden dit jaar, dus.
Kweekstrategie
Ik houd me al 25 jaar vast aan de gedachte dat 1e prijswinnaars voortkomen uit 1e prijswinnaars. Als je een stam duiven met goede genen hebt, blijft dit in elke generatie doorgeven. Idem bij top 10 NPO-winnaars, ook die komen vaak voort uit top 10 winnaars op de NPO-vluchten. Daarom doe ik die nooit weg.
Ik heb mijn gehele duivencarrière een zwak gehad voor top 10 NPO-winnaars, omdat die altijd in de kopgroep van een lossing vliegen. Dat zulke duiven dat aan hun nageslacht doorgeven, zie je aan de twaalf top 10 NPO-plaatsen bij mij en de acht top 10 NPO-plaatsen bij Jan afgelopen jaar. Op beide locaties werd ook een NPO-overwinning behaald.
Bij het winnen van een 1e NPO moet je ook een beetje mazzel hebben natuurlijk, maar toch lukt het me de laatste jaren steeds gemakkelijker om een 1e NPO te winnen. Ook Jan pikt nu ieder jaar wel een NPO-overwinning mee.
Uit de vele referenties die ik ieder jaar ontvang, blijkt dat er veel liefhebbers met onze duiven provinciale of NPO-vluchten zijn gaan winnen. Voorheen lukte hun dat niet, sommige twijfelden op een gegeven moment zelfs aan hun hok.
Ik schrijf het regelmatig: bouw, ogen, pluim, naar voren of naar achteren hellend, groot of klein… Niets van dit interesseert me nog. Het enige waar het om draait is het pakket genen van een duif. Zit er een goede stam achter, dan komt het er ongetwijfeld een keer uit.
Zo heb ik zelf maar weinig duivenkeurders gekend die ook op de vluchten week in week uit presteerden. Als je er verstand van claimt te hebben en een hok met enkel perfect gebouwde duiven bezit, moet je toch elke week uitpakken met minimaal 80% prijs per viertal. Dan heb ik het nog niet over aantallen prijzen per honderd- of tiental.
Ik heb genoeg top vliegduiven gekend met een perfecte bouw die niet één goed jong op de wereld konden zetten omdat ze simpelweg over een ratjetoe voorvaders beschikten. Daar kwam ik in 1980 als 13-jarige knul al achter. Ik had een prachtige bonte doffer die dat jaar 1e werd op de tentoonstelling met een hoge score op vliegindruk. Hij kon echter niet één prijs gevlogen krijgen en kwam vaak dagen later thuis.